Derde voorbeeld (schets 3).
Een dorp volgens onderstaande schets wordt den terug
tocht van de „groupe de reconnaissance" beschermd door twee,
daarna één pantserauto tegen het oprukken van vijandelijke infan
terie. De laatste auto voert telkens dezelfde manoeuvre uitzij
verschijnt aan den dorpsrand, vuurt, trekt terug en herhaalt dit.
Natuurlijk is de infanterie van den weg verdwenenzij wint
verspreid terrein in de richting van den dorpsrand. De pantser
auto verschijnt een laatste maal in den rand bij A om in de richting
van B te vuren op het oogenblik, dat de vijandelijke infanterie bij
C onzichtbaar door de boomgaarden geïnfiltreerd zijnde, achter
haar verschijnt en haar bij gemis aan handgranaten, met kluiten
modder begooit.
Deze pantserauto zou verloren geweest zijn.
Vierde voorbeeld.
Een dorp wordt vastgehouden door een pantserauto en motor
zijspannen met geweermitrailleurs. De pantserauto is zeer goed
gemaskeerd en zoodanig opgesteld, dat zij „en caponnière" den
ingang van het dorp kan bestrijken. Twee vijandelijke pantser
auto's naderen. Zij vuurt daarop en trekt vervolgens terug omdat
de verhouding twee tegen één was.
Waarom Daar was in het geheel geen reden voor. De pantser
auto was geheel onzichtbaar, niet door den vijand opgemerkt en
kon de vijandelijke wagens laten naderen en hen beschieten op
een afstand van 30 m. of minder. Zij kon er zeker van zijn er
minstens één buiten gevecht te stellen en dan zouden de partijen
nog gelijk zijn geweest, waarbij zij dan bovendien nog den steun
van de geweermitrailleurs gehad zou hebben.
De twee vijandelijke pantserauto's in open terrein en niet voor
afgegaan door of vergezeld van verkenningsorganen, moesten zeker
ten offer vallen aan elke goed opgezette hinderlaag.
1092
Schets 3.