Dat kan slechts enkelen gegeven zijn. Maar op die enkelen, op de uitzonderingen mag en kan een opleidings- en een beoordeelingsstelsel toch niet worden opge bouwd Een dergelijk stelsel moet zich instellen op de meerderheid, op de doorsnede. Nu willen wij dadelijk erkennen en op den voorgrond plaatsen, dat men juist bij de beoordeelingen voor de hoogere rangen in het Indische leger voor bijzondere moeilijkheden staat. Immers, waar in Europeesche legers het regimentscommando, d.i. in de grootere legers het kolonelschap, voor den goeden batal jonscommandant zonder buitengewone bezwaren bereikbaar is, daar leidt de formatie van het Indische leger er toe, dat slechts zeer enkelen uit de overigens geschikten den rang van kolonel kunnen bereiken er zijn te veel gegadigden (vooral nadat men in enkele jaren zeer ruim geweest is met het toekennen van „aanleg") voor te weinig plaatsen. Onwillekeurig, als 't ware vanzelf-sprekend worden zoodoende de eischen opgevoerd, wordt de „beproeving" zoo scherp mogelijk doorgezet, tracht men steeds verder te selecteeren. Maardit leidt weer onontkoombaar tot een te zeer op den voorgrond stellen van een oefeningsstelsel, waarbij „beoordeeling" van den aanvoerder de voornaamste factor wordt practisch worden de oefeningen op die beoordeeling en niet op het nut voor de lagere aanvoerders en voor den troep ingesteld theoretisch worden de te beoordeelen hoofdofficieren in de eerste en op détail oefening gerichte oefenperiode en ook dikwijls in de rustperiode weer te zeer gebonden aan het houden van voordrachten, het leiden of bijwonen van oefeningen op de kaart, kaderoefeningen e.d., welke nu en dan ongetwijfeld nuttig zijn, maar bij een overmatige toediening dien hoofdofficier weer onttrekken aan zijn eigenlijk, vormend en leiding-gevend wérk in den troep en onder zijn officieren en kader. En daardoor moeten zaken in het gedrang komen, welke in een leger als het onze niet en nooit in het gedrang mogen komen. De circulaire van den Legercommandant gaf de juiste en ver blijdende richting aan om geleidelijk weer uit dit labyrinth te geraken. Zij schijnt echter nog niet allerwege op haar juiste waarde te zijn begrepen en overeenkomstig haar bedoeling te worden toe gepast. Het lijkt ons en meerderen met ons in den troep eveneens een nog open vraag of de wijze, waarop in de tweede periode de zoogenaamde voordrachten en lezingen worden gehouden, in den geest der opleiding en onverdeeld nuttig, want bij uitstek opbouwend is. 1103

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 41