Hoofdzaak is o.i. dat dergelijke lezingen én door inhoud én door wijze van voordracht de belangstelling wekken en daarnaast van opbouwende, leidende beteekenis zijn. De practijk leert echter nog te vaak, dat de bataljonscom mandanten en daarop aansluitende de kapiteins een „beurt" krijgen. Diezelfde practijk toonde dan aan, dat de aanstaande redenaar óf de keuze uit eenige onderwerpen kreeg óf een voudigweg een bepaald onderwerp te behandelen kreeg tijd zooveel dagen of zooveel weken Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat het lang niet allen gegeven is om, ook al beheerschen zij een onderwerp, dat onderwerp op belangwekkende en de aandacht boeiende wijze te behandelen, en dat desondanks de niet-redenaars toch hun proef-der-toegepaste-welsprekendheid moeten afleg gen, dan zal men ook aanvoelen dat hier, uit een oogpunt beschouwd van vruchtbare opleiding, iets hapert. Het resultaat wordt maar al te vaak, dat de voordrager of lezer inderdaad een min of meer lijvig manuscript gaat voorlezen en dat het auditorium zoetjes in den dut raakt. Nutnihil Naar onze meening is de regimentscommandant de aange wezen gezaghebbende om in den aanvang der tweede periode in enkele besprekingen met zijn bataljonscommandanten de lijnen en de richting aan te geven waarlangs en waarin hij de besprekingen bij zijn onderdeden wenscht. Dan heeft de bataljonscommandant „houvast", dan kan er gewerkt worden op eenheid van opvatting en toepassing, op de noodzakelijke „doctrine". Bijzondere en door hun belang bij uitstek daarvoor in aan merking komende onderwerpen behandelt de regiments commandant o.i. zelf. De bataljonscommandant kan nu de lijn vaststellen, waar langs hij zijn eigen besprekingen gaat voeren, zoomede de wijze, waarop hij dat zal doen. En daarbij kan hij, al naar gelang van de krachten en middelen, welke hem ten dienste staan, enkele onderwerpen of onderdeelen laten bespreken of inleiden door officieren, die daarvoor in aanmerking ko men in verband met hun opleiding, hun studie of hun aanleg. En men binde hem nu vooral niet aan „zooveel voordrachten per maand" en aan den eisch om ieder zijner compagnies commandanten een „beurt" te geven. Wenscht de regimentscommandant een technisch-tactisch onderwerp ten aanzien van de hem ter beschikking staande infanterie-vuurwapens te doen behandelen, dan beschikt hij over den commandant en de officieren van zijn afdeeling mitrailleurs en infanteriegeschutacht hij een algemeen en wellicht moeilijker tactisch onderwerp van belang, dan be- 1104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 42