6. DE MILITAIR DIERGENEESKUNDIGE DIENST IN
NEDERLANDSCH-INDIË.
Uittreksel uit het Jaarverslag over 1932.
HOEFBESLAG.
In Holland heeft in verslagjaar de A. N. W. B. Toeristenbond,
waaronder de Commissie voor het Ruitertoerisme ressorteert, het
initiatief genomen om in verband met den wegenbouw het vraag
punt van het „wegdek" onder de oogen te zien, waartoe zij zich
gewend heeft tot verschillende particulieren en vereenigingen o.a.
de Nationale Vereeniging tot bevordering der paardenfokkerij in
Nederland, met verzoek om advies ter zake.
In een vergadering der Afdeeling Zuid-Holland van voormelde
vereeniging rapporteerde de door haar ingestelde commissie ter
bestudeering van het vraagstuk van het „wegdek" o.m. het volgen
de
„De asphalt- of bitumenweg is bij droog weer uitstekend voor
snelverkeer geschikt en voor paarden ook behoorlijk, mits de
bovenlaag niet te glad is gemaakt. Bij nat of eenigszins ruig vrie
zend weer is het gebruik van paarden bijna onmogelijk en het
snelverkeer door slipgevaar en onvoldoend lichteffect bij avond
ook zeer gehandicapt.
Betonwegen zijn zeer geëigend voor snelverkeer en door hun
mindere gladheid ook wel voor paarden. Bij nat weer zijn de zoo
even genoemde bezwaren, ofschoon in iets mindere mate, ook hier
aanwezig.
Klinkerwegen zijn bij gewone uitvoering voor het tegenwoordige
intensieve verkeer absoluut onbruikbaar door putten enz., maar
de klinkerwegen in keperverband zijn uitstekend voor snelverkeer
en ook voor paarden in elk opzicht en onder alle omstandigheden.
Voor de z.g. primaire wegen, waarop bijna geen paardentractie
voorkomt, bevallen asphaltwegen ook, daar zij minder kosten
aan onderhoud en afschrijving dan klinkerwegen. Bij verhoogd
verkeer met paarden hebben de genoemde klinkerbestrating en,
ofschoon in mindere mate, ook de betonwegen boven de asphalt,
de voorkeur. Voor secundaire wegen geldt ongeveer hetzelfde
als voor de primaire, alleen loopen die secundaire nogal eens door
de kom der Gemeente en daar is klinkerbestrating aan te bevelen.
De tertiaire wegen, welke veelal door gemeenten en (of) polders
moeten worden onderhouden, zijn aangewezen op teermacadam,
wat zeer goed voldoet en kan worden gelegd op een versleten
1113