meer rekening wordt gehouden met „het gebruik van het paard op
den weg" dan tot dusverre is geschied immers vele groote ver
keerswegen zijn thans voor het paard te glad en te hard en ver
oorzaken daardoor in de eerste plaats schade aan het paard zelve
(beenwerk enz.) en in de tweede plaats aan den gebruiker van het
paard (kortere gebruiksduur enz.), terwijl een hoefbeslag eens
deels geschikt om zonder beschadiging van het wegdek uitglijden
te voorkomen en tevens de schokbreking te bevorderen, anderdeels
geschikt voor gebruik van het paard in het terrein en op ruwe
wegen, niet bestaat en niet wel denkbaar is.
VOEDING DER LEGERPAARDEN.
Gedurende verslagjaar werd de eventueele mogelijkheid, om
door wijziging van de samenstelling van het voedselration, zoo
als dit voor de verschillende categorieën leger- en officiersdienstrij-
paarden bij tarief No. 21 is vastgesteld, tot besparing van kosten
te geraken, nader onder het oog gezien en worden daartoe proef
nemingen verricht.
1. Voeding met gaba in gepletten toestand.
De bestudeering van de reeds bestaande uitgebreide literatuur
over de waardeering van het voeren van graanvoer in gepletten
toestand speciaal zij het artikel van den dirigeerend paardenarts
Dr. E. Bemelmans in den 95sten jaargang van De Militaire Spec
tator (1926) „Over het verlies van haver bij paarden en over de
wijze van voedering, waardoor zulks wordt voorkómen" en dat
van General-Veterinar Dr. Lindner in den 42en jaargang van het
Zeitschrift für Veterinar kunde (Juni 1930) over „Futterverwertung
und Fütterung" aan geïnteresseerden ter lezing aanbevolen gaf
aanleiding om na te gaan hoe gaba zich met handpletmachines laat
pletten en in hoeverre het uit een oeconomisch en hygiënisch
oogpunt aanbeveling verdient om de legerpaarden met geplette
gaba te voeden.
Het is een normaal verschijnsel, dat, evenals zulks met de haver
korrels het geval is, bij gezonde paarden een vrij groot aantal
gabakorrels op het oog nog volkomen gaaf in de mestballen worden
teruggevonden. Deze heele, gevulde gabakorrels worden door
musschen opgepikt of door inlandsche vrouwen verzameld, gewas-
schen, gedroogd en tot rijst gestampt of ontkiemen op den mesthoop
en toonen aldus hun voedingswaarde en kiemkracht te hebben
behouden.
Het staat vast, dat een betrekkelijk groot deel van het gabarant-
soen door de paarden niet ten nutte wordt gemaakt. Het gabaver-
lies gelijk stellend aan het haververlies, bedraagt volgens de Euro-
peesche literatuur 5 a 10% van het rantsoen. Indien dus de
voedingswaarde van alle met het ration verstrekte gabakorrels
tot haar recht komt, zou het gabaration met 5 a 10 verminderd
kunnen worden.
1115