De aanwezigheid van gave korrels in de faeces wordt hierdoor verklaard, dat bij gezonde paarden met een normaal gebit als regel tijdens de kauwactie niet alle korrels gekneusd worden, dat de digestiesappen den inwendigen meelkorrel door de onge schonden zaadhuid heen niet kunnen bereiken en dat daarom een bepaald percentage korrels den digestietractus onverteerd passeert. Om te bereiken, dat de paarden de gaba meer volledig kauwen, werd destijds het toevoegen van haksel (chaff) van padistroo aan het gabarantsoen in het Indische leger beproefd, evenwel wegens de daarbij ondervonden bezwaren o.m. bleek het niet mogelijk om geregeld padistroo van goede kwaliteit in voldoende hoeveelheid te verkrijgen en wegens het daarmede bereikte onvoldoende resultaat niet doorgezet. Eveneens hebben herhaalde proefnemingen, met het voeren van padi genomen, uitgewezen, dat om redenen van practischen aard padi laat zich minder goed vervoeren (korrelverlies tijdens de distributie) en keuren aan het voeren van gaba aan de paarden op stal in het garnizoen de voorkeur dient te worden gegeven (te velde daarentegen, waar de paarden in het bivak zonder voerbakken van den grond af moeten eten, is het voeren van padi te prefereeren) Het eenige afdoende middel om te bereiken, dat de digestiesap pen werkelijk toegang tot alle meelkorrels verkrijgen, is gelegen in het verstrekken van vooraf geplette gaba, waardoor het grootst mogelijk nuttig effect van het gabarantsoen gewaarborgd wordt. Bij vrijwel alle bedrijven, waarbij paarden gebruikt worden (boerderijen, omnibusmaatschappijen, bereden politie enz.) is men in Europa uit oeconomische overwegingen er toe overgegaan om de haver in gepletten toestand aan de paarden te voeren alleen juist in Europeesche legers wordt slechts een deel der paarden met geplette haver gevoed. De voornaamste bezwaren, die zich daarbij voordoen, zijn wel gekneusde haver laat zich niet zoo gemakkelijk behandelen en vervoerenneemt meer volumen in bederft spoedig en kan dus niet of slechts gedurende korten tijd opbewaard worden (maximum 5 dagen, bij de bereden politie in den Haag) kan macroscopisch niet gekeurd worden de benoodigde hoeveelheid moet dus liefst dagelijks bereid en opgebruikt worden in de voederbakken mogen geen restanten achterblijven, omdat deze spoedig verzuren en bedervenhet voeren van geplette haver vereischt dus in het algemeen veel meer zorg, tijd en toezicht. In de ziekenstallen en bij enkele bereden korpsen van het Nederlandsch-Indische Leger heeft men reeds lang gaba, hetzij gestampt, hetzij met handmachines gebroken of gekneusd, dus niet geplet, verstrekt, uit hygiënische overwegingen echter steeds aan een klein aantal paarden. Daarbij bleek de bewerking tijdroovend te zijn en in het verkregen product te veel meel te zijn vrijgekomen, waardoor in drogen toestand te groot meelverlies plaats heeft. 1116

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 54