De cavalerie vertoont het hoogste ziektepercentage, verliesper centage en percentage afgemaakte paardenonder de officiers- dienstrijpaarden treft men het hoogste sterftepercentage en percentage op-reform-gestelde (ter beschikking van den eigenaar gestelde) paarden aan. Van de voor het wapen der cavalerie teruggekochte officiers- dienstrijpaarden moest hoewel reeds een groot aantal officiers- dienstrijpaarden niet meer voor den troep kon worden goedgekeurd en o.m. alle op de buitenbezittingen aanwezige officiersdiens t- rijpaarden met een leeftijd boven de 14 jaar, wier eigenaren bij de met ingang van 1 Januari 1932 plaats gehad hebbende inkrim ping aan officiersdienstrijpaarden niet meer gerechtigd waren tot het houden van een dienstpaard, ter beschikking van den eige naar werden gesteld, omdat het niet loonend werd geacht die paarden voor de cavalerie op Java terug te koopen wederom een betrekkelijk groot aantal paarden korten tijd later uit de leger- sterkte worden afgevoerd, wijl zij de troependiensten bij de cava lerie niet meer konden volgen uiteraard beïnvloedt dit aantal het ziekte- en verliespercentage der cavaleriepaarden in ongunsti- gen zin. BESMETTELIJKE EN ANDERE BELANGRIJKE ZIEKTEN. Surra werd driemaal waargenomen in 1931 éénmaal. Twee gevallen deden zich voor bij cavaleriepaarden van het 6e Eskadron te Malang beide paarden C 554 en C 530 zijn hoogst waarschijnlijk tijdens oefeningen in de omgeving van Malang geïnfecteerd C 554 kwam 18 October wegens klinische verschijn selen in behandeling en werd 26 October onder de noodige voor zorgen tegen verspreiding van smetstof afgemaakt en begraven, nadat op dien dag trypanosomen zoowel in ongekleurde (levend) als gekleurde bloedpraeparaten waren vastgesteld bij C 530, welk paard reeds sinds 14 October wegens klinische verschijnselen van surra verdacht en geïsoleerd was, gaf het geregeld meermalen per dag verricht bloedonderzoek eerst op 19 November een positieven uitslagook dit paard werd overeenkomstig de voorschriften afgemaakt. Het toepassen der voorgeschreven bestrijdingsmaat regelen in het garnizoen voorkwam uitbreiding der ziekte. Het derde geval betrof een officiersdienstrijpaard te Weltevreden, dat 15 Juli met een dik, oedemateus gezwollen, achterbeen op den verdachten-stal was opgenomen en op 20 Juli d.a.v. een positief bloedbeeld gaf. Wijl bij dit paard ten onrechte reeds dadelijk na het constateeren van surra door den behandelend paardenarts een behandeling met naganol en atoxyl was ingesteld geworden, werd bedoeld officiersdienstrijpaard, na afvoering uit de legersterkte, op 30 Juli aan het Veeartsenij kundig Instituut te Buitenzorg afgestaan, ten einde het verdere verloop van de ziekte en het resultaat van de 1126

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 64