bovenvermelde gunstige resultaten h.t.l. en elders met een op plaatselijke omstandigheden gebaseerd bepaald dieet verkregen, toonen aan, dat het zeer wel mogelijk is een succesvolle prophy- lactische bestrijdingswijze voor de betrokken deficientieziekte diaetetisch op te bouwen. Irido-cyclo-chorioiditis (maanblindheid). Ge durende verslagjaar werden waargenomen 44 primaire gevallen van maanblindheid en 108 recidieven 5 troepenpaarden moesten wegens verlies van het gezichtsvermogen als gevolg van dit lijden worden afgemaakt, terwijl onder de overige om andere redenen uit de legersterkte afgevoerde legerpaarden zich bovendien nog 31 paarden bevonden, welke aan één of meer aanvallen van maan blindheid, hetzij aan één oog, hetzij aan beide oogen geleden hadden. Geheel in overeenstemming met hetgeen uit de literatuur om trent het ontstaan van maanblindheid bij paarden bekend is n.l. dat dit gebonden is aan een verblijf der paarden in drassige, moerassige streken, dan wel aan het verstrekken van voedsel, in dergelijke streken gewonnen, werden tot 1932 onder de paarden van het Remonte-depót wel primaire gevallen waargenomen tijdens hun verblijf en voeding in de stallen en weiden te Padalarang doch niet te Tjisaroea, met diens hellenden en doorlaatbaren bodem. De enkele tot 1932 te Tjisaroea geconstateerde primaire ge vallen deden zich steeds voor bij paarden, welke daar sinds kort (nog geen maand) verbleven, zoodat de oorzaak van het ontstaan der ziekte (hoewel het incubatietijdperk niet bekend is) aan hun verblijf en voeding te Padalarang geweten kon worden. Gedurende verslagjaar evenwel werden te Tjisaroea in April, Mei en September totaal 3 primaire gevallen waargenomen bij de remontepaarden Nos. 803, 675 en 692, welke daar reeds respectie velijk 8, 11% en 7 maanden vertoefden en alle drie in dezelfde loopweide, behoorende bij stal 4 en 5, verbleven. In de omgeving van den in die weide aanwezigen gemeenschap- pelijken drinkbak en vóór den ingang van den laagstgelegen stal 5, bleek het water niet te kunnen afvloeien en was het terrein modderig en drassig geworden. Wijl deze toestand wellicht in oorzakelijk verband zou kunnen staan met de waargenomen pri maire gevallen van maanblindheid, werd hierin door middel van drainage, grondverplaatsing enz. verbetering gebracht. Uit vorenstaanden overzichtstaat ziet men, dat in 1932 evenals in 1931 in de maand Mei het grootste aantal primaire gevallen van maanblindheid werd waargenomen, in overeenstemming met het hoogste gemiddelde gedurende de laatste 10 jaren. In de 3 Preangergarnizoenen Tjimahi, Padalarang en Bandoeng werden evenals in 1931 gedurende verslagjaar de grootste aantal- 1135

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 73