1144
In „Wenken betreffende kampementsbouw en kampementshygiëne" be
handelt Lt. Kol. der Genie G. A. van der Nagel achtereenvolgens het em
placement, de omgeving en de afsluiting, de logiesgebouwen, de watervoor
ziening, de bad- en privaatgelegenheid, de vrouwenloodsen en de keukens,
het gotenstelsel.
H. van Altena geeft in het slotartikel „Cafard" eenige voorbeelden van het
ontwikkelingsverloop van de tropencafard met nadere toelichting.
Het artikel „De Engelsche expeditie naar Chitral in 1895" door E. Engles
omvat een studie van deze belangrijke expeditie, waarbij het optreden van
twee op grooten afstand van elkaar oprukkende colonnes van ongelijke sterkte
tot een verrassend succes van de zwakste colonne heeft geleid.
Voorts treffen wij aan de gebruikelijke mededeelingen van het Hoofd
bestuur, mutaties en het hoofdstuk „Pers en Periodiek".
v. V.
9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Tactiek.
Bulletin Beige des Sciences Militaires, Sept. 1933. Tactique aérienne.
L attaque en vol rasant, door Colonel-aviateur R. Desmet.
In de eerste maanden van den wereldoorlog werd betrekkelijk laag ge-
vlogen (1000 a 2000 m)De voornaamste redenen daarvoor waren de geringe
trefkans van het luchtdoelgeschut en de kleine stijgsnelheid van de vlieg
tuigen.
Door de ontwikkeling van het luchtdoelgeschut en den jachtvliegdienst
weid men gedwongen om steeds hooger te vliegen vooral voor verkennings-
en bombardementsopdrachten op grooten afstand; zoo werden in 1917 en
1918 hoogten van 5000 a 6000 m bereikt. Ook de lage vluchten op 100 en
200 m werden toegepast, indien de atmosferische omstandigheden daartoe
dwongen, zoomede voor verbindingsopdrachten en voor het uitvoeren van
aanvallen op troepen op den grond.
Meer en meer werden groote vliegtuigverbanden ingezet tot steun van de
aanvallende troepen. „Le 25 avril 1918, lors Foffensive du Mont Kemmel,
quatre escadres de bataille environ deux cents avions contribuèrent
a 1 attaque, mitraillant les troupes de première ligne et les batteries d'appui
direct aussi bien que les réserves et les convois".
Sedert 1918 wordt de theorie van den aanval in scheervlucht in verschil
lende landen, in het bijzonder in Rusland, Amerika en Italië, bestudeerd.
De steeds voortgaande ontwikkeling van luchtdoelgeschut en jachtvlieg-
dienst dwingt de vliegtuigen om op 9 a 10 km hoogte te vliegen, dat echter
bijzondere technische eischen stelt en waardoor uiteraard de op die hoogten
uit te voeren opdrachten worden beperkt.
De voorstanders van den aanval in scheervlucht zeggen dan ook „Wij
moeten laag, zoo laag mogelijk vliegen On volera done a 50, 30, 10 mètres
en se cachant pour ainsj dire, derrière les obstacles naturels ou artificiels^
en pi ofitant des intemperies, en prenant toutes les précautions nécessaires
pour realiser la surprise, y compris le camouflage de la face supérieure de
l'avion afin d'etre peu visible d'en haut."
Wegens overplaatsing moesten de Kapitein der Intendance A. Voigt
en de Officier van Gezondheid 2de kl. Dr. P. N. Tissot van Patot hun mede
werking aan deze rubriek beëindigen. Gaarne wordt dezen heeren de dank
der Vereemgmg gebracht voor de verleende medewerking. De redactie vond
den Kapitein der Infanterie T. E. J. de Bie en den Officier van Gezondheid
lste kl. A. J. M. Bakker bereid de verzorging resp. van de onderdeden
Intendance en Geneeskundige Dienst op zich te nemen Red