blijft en, wat meer zegt, heel wat meer beveiliging geeft dan een ontredderde land- en zeemacht." Aan het slot van zijn pleidooi voor een luchtmacht als „first line of defence", laat de kapt. B. een daarop gebaseerde luchtvaart- begrooting volgen, van de hand van den hoofdingenieur der L. A. dhr. Vreeburg, voor een vloot van 540 vliegtuigen. Dit was een loffelijk stuk arbeid, en ten volle de waardeerende woorden waard welke nog immer in I. M. T. 1923 de overste der marine Schepp op blz. 575 daaraan wijdde „Het is de verdienste van den heer Behrens, daarbij door den heer Vreeburg terzijde gestaan, op deze vragen voor het eerst te hebben geantwoord, en daarmede den weg tot nadere studie aanmerkelijk te hebben geëffend. Zij zeiven zullen de uitkomsten waartoe zij geraakten, wel niet als het laatste woord in deze aangelegenheid willen zien beschouwd. Maar zij hebben ons het bewijs geleverd, dat ook in de kringen waar men door dagelijksche ervaring en algemeene militaire vorming terzake uitmuntend tot oordeelen bevoegd is, de uitvoerbaarheid wordt erkend van een Nederlandsch-Indisch defensie-systeem, waarvan een luchtmacht de kern uitmaakt, en dat het in stand houden van die kern geen onredelijke financieele lasten behoeft met zich te brengen." Zoo schreef men 10 jaar geleden. Hoewel de kapitein Behrens vermoedelijk nog nimmer vernomen had van de theorieën van generaal Douhet over den luchtoorlog, welke eerst later naam maakten en zoozeer de aandacht trokken, is toch de analogie van den gedachtengang opvallend. Voor het Indisch Leger stemt het dan ook tot zelfvoldoening, dat in eigen boezem, zelfstandig en vroegtijdig, een dergelijk vooruitstrevend systeem tot ontwikkeling en tot uiting werd gebracht. 1933... Nu drie decennia na Wright stuiptrekt Indië weder om in een diepe malaise. En als we de luchtvaartbalans opmaken der laatste 10 jaren, dan leert ons deze dat b.v. het afstandsrecord is geklommen tot 9460 KM., en het snelheidsrecord tot 682 KM., maar ook zien we dat de eigen optimistische verwachtingen van 1923 onvervuld bleven, en onze Indische L. A. sindsdien niet is geworden wat men wenschte en verwachtte. De oorzaken waardoor zij zich in hare expansie zag beknot, liggen niet in de luchtvaart zelve. Daarvoor vallen er ondanks de malaise te belangrijke posten aan te wijzen in haar credit, als mede andere omstandigheden, welke a.h.w. dwingen tot een ver deren opbouw der luchtstrijdkrachten. Onder deze creditposten willen we noemen le. De enorme stijging der vliegprestaties, i.e. snelheid, stijgver- mogen, werkingssfeer en draagvermogen. 2e. De veelvoudig gestegen betrouwbaarheid en doelmatigheid van het vliegend materieel, en daarmee de gebruiksmogelijk heid. 1069

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 7