1143
Hoofdstuk III.
Onderwijl kwam in Maart 1925 Sun Yat Sen te overlijden. Hij laat een
politiek testament achter, waarbij hij de Kwo Min Tang uitnoodigt in drie
phasen het programma van den nationalen opbouw te verwezenlijken
1°. Een militaire periode, gedurende welke met kracht van wapenen een
einde moet worden gemaakt aan de bestaande anarchie.
2°. Een periode van opvoeding en voogdijschap onder leiding van de Kwo
Min Tang, gedurende welke het volk geleidelijk voorbereid dient te wor
den tot politieke vrijheid.
3°. Een periode van democratisch bestuur, waarbij de macht in handen wordt
gelegd van het volk, dat dan gereed moet zijn zelf de macht uit te
oefenen.
Op dezen grondslag nam in 1926 de algemeene vergadering van de Kwo
Min Tang het besluit de revolutionnaire beweging over geheel China uit te
breiden. In Mei van dat jaar treden de revolutionnaire troepen onder bevel
van Tsang Kai Chek, sedert 1911 de intimus van Sun Yat Sen, op tegen Woe
Pei Foe, bezetten Nanking, Shanghai (1927) en verder het geheele gebied ten
zuiden van de Yangtse. Te Nanking wordt het revolutionnaire bestuur geves-
tigd.
In den loop van 1928 wordt het offensief ondernomen tegen de noordelijke
troepen onder Tsang Tso Lin, die tot dusverre geheel Noord-China be-
heerschte. Hij is gedwongen zich in Mandsjoerije terug te trekken, waar
hij in Juni 1928 wordt vermoord.
In 1929 volgt zijn zoon, Tsang Hsue Liang hem op, die zich verbindt met
Nanking, de oude tegenstander. In dit zelfde jaar brengt Tsang Kai Chek
de provincies Hopei, Honan, Kwangsi en Kwantoeng ten onder, zoodat deze
onder de Nankingregeering worden gesteld. Inderdaad schijnt de verwezen
lijking van de le phase nabij. De naam van de hoofdstad Peking hoofdstad
van het noorden, wordt veranderd in Peiping vrede van het noorden.
Intusschen achtten de generaals Feng en diens bondgenoot Yen Tsi
Tsjang zich voor de bewezen diensten onvoldoende beloond. Bovendien ver
klaarden de provincies Kwangsi en Kwantoeng zich in den loop van 1931
wederom onafhankelijk, welke afscheiding, althans theoretisch, blijft voort
duren tot Januari 1932, toen Tsang Kai Chek aftrad.
In den loop van 1931 werd de dictatuur van Tsang Kai Chek vervangen
door een duümviraat van dezen en Wang Tsing Wei, dat echter slechts 8
maanden duurde.
Tot zoover de Augustus-aflevering. Het vervolg zal in een volgende afle
vering van het I. M. T. worden weergegeven.
H.
8. ORGAAN N. I. O. V.
Het October-nummer opent met een woord ter nagedachtenis aan de veld
artillerie, welke sedert als gemotoriseerde artillerie naar Malang is overgegaan.
Onder het hoofd „De nationale huldiging ter gelegenheid van het 35-jarig
regeeringsjubileum van H. M. de Koningin te Amsterdam op den 9en Septem
ber 1933" geeft S. een beschrijving van de grootsche nationale betooging,
welke in het station te Amsterdam heeft plaats gehad en waaraan ook een
groep Indische officieren spontaan heeft deelgenomen.
W. J. Lucardie geeft in „Het verre Oosten in 1933" een overzicht van de
politieke gebeurtenissen, welke zich in het eerste halfjaar van 1933 in Oost-
Azië afspeelden, toegelicht met een tweetal schetsen.