voor en aleer er in dien troep continuïteit en vooral daardoor rust zal heerschen.1) Mijn geachte opponent gaf twee alleszins juiste verklaringen voor de ook door hem vastgestelde onrust ik vermeen hier boven een al evenzeer hinderlijke onrustverwekker te hebben aangewezen. Hoe ik mij dan de oplossing, of liever de voorloopige remedie zou denken Laten we dan, om te beginnen, erkennen dat we overigens met alleszins loffelijke bedoelingen gezien onze omstandigheden (en dan vooral ook de omstandigheden van herhaalde reorgani satie zeer veel hooi op onzen zoo uitermate bewegelijken vork namen. Een oude wijsgeer wist reeds dat Keulen en Aken niet in één dag werden gebouwden desondanks bouwen wij aan vele zijden tegelijk en bovendien dwars door reorganisaties heen. Laten we dus niet hardnekkig vasthouden aan de volledige toepassing van een oefenstelsel, maar eerst en vóór alles de com pagnie volwaardig klaar probeeren te maken voor haar gevechts- taak (denk ook eens aan gasdienst en gasmaskers en laten we daarbij vooral rustig en methodisch, geleidelijk en instructief werken. En dan komt het mij voor dat we althans totdat we allemaal met de hand op het hart kunnen verklaren nu zijn we klaar voorloopig geen oefeningen in grooter verband op het programma moeten plaatsen Wantoefeningen in grooter verband met onderdeelen die hun taak als onderdeel nog niet bevredigend kunnen uitvoeren omdat zij de techniek onvolkomen beheerschen, die dus nog niet klaar zijn, bederven m.i. meer dan dat zij nut opleveren. En kan men in dat jaar, waarin we dan geen oefeningen 0/1 van Dcd. of Red. houden, de tactische en technische kennis der lagere en hoogere officieren niet onderhouden door oefeningen o.d. kaart, kaderoefeningen, „skelef'-oefeningen e.d. Ik geef toe, dat dit middel als niet hooger dan een huismid deltje mag worden aangeslagen zoolang we geen meerdere con- i) Hier komt een nieuw element in de beschouwingen, n.l. de troep, waarop het oefenstelsel moet worden toegepast. Een continuïteit als wellicht mogelijk in Europa, zal hier te lande nimmer bereikt kunnen worden. Met aanvaarding van de onvermijdelijke mutaties de grootst mogelijke beperking hierin is en blijft uiteraard geboden worde naar het beste ge streefd. Leerrijk is in dit opzicht het in dit nummer voorkomende artikel van den Kolonel der Artillerie J. Dormaar over „Het houden van oefeningen bij de artillerie". Red. 209

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 100