Twee punten zijn verder van belang, om den invloed van de vaccinatie te beoordeelen. Ten eerste zijn er onder de niet-ge- vaccineerden een grooter percentage zieken dan onder de wel ingeënten Ten tweede welke is de invloed op de letaliteit, m.a.w. is het percentage sterfgevallen onder de tevoren geënte typhuspatiënten kleiner dan dat onder de niet-gevaccineerden Op beide vragen geeft ons legermateriaal onvoldoende ant woord, omdat het aantal der zieken en dat der sterfgevallen te klein is voor statistische conclusies. Dit antwoord wordt echter op duidelijke wijze gegeven door de ervaringen in den wereldoor log verkregen. Hierbij bleek onomstootelijk de zeer gunstige in vloed op de morbiditeit, het aantal typhuspatiënten onder de niet-gevaccineerden was belangrijk hooger, dan dat onder de gevaccineerden. Maar ook het verloop van de ziekte was lichter en de letaliteit veel geringer bij de ingeënten. Deze ervaring werd opgedaan aan alle fronten. De nauwkeurige statistieken, ontleend aan zulk een groot materiaal, leveren in dat opzicht wel zeer overtuigend bewijs. Maar nog iets anders heeft de wereldoorlog ons geleerd. Aanvan kelijk werd uitsluitend met typhusvaccin geënt. Door de koloniale troepen werd de paratyphus A, die in de tropen, althans vóór den wereldoorlog, veel frequenter was dan in Europa, op ruime schaal geïmporteerd. Terwijl nu het typhuscijfer daalde, steeg dat van de paratyphus A. Eerst nadat men begonnen was met gemengd vaccin te enten, liep ook het paratyphus-A-cijfer be langrijk terug. Deze feiten vormen wel een van de fraaiste bewij zen voor het effect der specifieke prophylaxis. Terugkeerende tot onze legerstatistiek moeten we nog opmer ken, dat de zeer lage typhuscijfers zeker niet geflatteerd zijn, de typhusmorbiditeit is misschien zelfs iets lager dan door deze cijfers wordt aangegeven. Zooals ik reeds boven schreef, zijn er in ons Indië nog maar enkele plaatsen, waar bacteriologisch onderzoek mogelijk is en zal de reactie van WIDAL in vele twijfelgevallen den doorslag bij de diagnose moeten geven. De opbloei der serologie heeft ertoe geleid, dat de beteekenis van deze reactie in diagnostischen zin is overschat. Niet alleen kan zij bij normale personen positief zijn, nog sterker positief pleegt de WIDAL te worden tengevolge van een vaccinatie. In het algemeen zal men dan ook goed doen aan lage titers x) (beneden de V1000) geen te groote beteekenis toe te kennen. Van groot belang is, wanneer de titer in den loop der ziekte stijgt, al geeft ook dit geen zekerheid voor de diagnose. 218 Onder de titer van een serologische reactie verstaan we de verdun ning, waarin het bloedserum nog in staat is de bacteriën waartegen wordt onderzocht, te doen samenklonteren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 109