228
10. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Mechanisatie.
La Revue d'Infanterie, November 1933, L'Emploi des trains blindés.
door Lt. André Aiby.
Een gepantserde trein, waaronder volgens Schr. verstaan moet worden
„un engin de combat, armé et cuirassé, apte a la lutte rapprochée, a vue
directe" kan de volgende opdrachten uitvoeren
a. bescherming van transporten of van een ontscheping
b. bezetten van belangrijke punten van het spoorwegnet (bruggen, tunnels,
stations enz.)
c. herstellen van geringe vernielingen van spoorlijnen, in door den vijand
bezet gebied
d. vernieling van vijandelijke spoorlijnen
c. houden van raids op enkele in het vijandelijk gebied gelegen objecten
bescherming van colonnes welke zich evenwijdig aan de spoorlijn ver
plaatsen
g. bescherming van een kuststrook.
Om deze opdrachten echter te kunnen uitvoeren moet beschikt kunnen
worden over een spoorlijn, welke volkomen in tact of hoogstens zeer opper
vlakkig beschadigd is (kleine herstellingen zijn mogelijk door het medevoeren
van een reparatiewagen).
De mogelijkheid om over dergelijke lijnen te kunnen beschikken is het
grootst in gebiedsdeelen, waar de tegenstander geen gelegenheid heeft gehad
grondige vernielingen aan het spoorwegnet door verrassing aan te brengen,
waar tegen rebellen, die slecht bewapend en georganiseerd zijn, moet worden
opgetreden, dan wel in een gebied waar de tegenstanders stilzwijgend zijn
besloten om de lijn in tact te houden, aangezien deze de eenige aan- en
afvoerlijn is voor beide partijen.
Hieruit volgt, dat de gepantserde treinen het meest met succes kunnen
optreden in gebiedsdeelen waar de verbindingswegen zeer schaarsch zijn, het
geen verklaart waarom het gebruik voornamelijk heeft plaats gevonden in
Centraal- en Oost-Europa en in de Aziatische landen.
Een gepantserde trein bestaat uit een locomotief en een aantal bewapende
wagons, alle gepantserd. Voor en achter den trein bevinden zich eenige platte
wagens, meestal beladen met rails en dwarsliggers enz., welke tot taak hebben
alle hindernissen uit den weg te ruimen (zg. „Controleurs") De wagons zijn
bewapend met stukken veldgeschut zoomede met mitrailleurs voor de nabij-
verdediging, voor het bestrijken van doode hoeken en tegen luchtdoelen.
De treinen zijn te verdeelen in lichte en zware treinen. Volgens Russische
opvatting bestaat de bewapening van een lichten trein uit 3 veldkanonnen waar
van twee voor en een achter de locomotief zijn opgesteld 10 a 15 mitrailleurs,
waaronder een aantal luchtdoelmitrailleurs. De bewapening van een zwaren
trein bestaat uit geschut met een kaliber van 100 tot 150 mm. (ook mortieren)
en mitrailleurs.
Wat het gebruik van de gepantserde treinen betreft, geeft Schr. de volgende
gegevens van de Russische organisatie.
De Russen beschouwen de gepantserde treinen als een afzonderlijk wapen,
dat in brigades is onderverdeeld. Deze brigades kunnen ter beschikking van
in eerste linie geplaatste legerkorpsen worden gesteld.
Een bataljon van een gepantserden trein bestaat uit een zwaren trein, twee
lichte treinen en twee hulptreinen. Een van deze twee hulptreinen vervoert
materiaal, terwijl daarbij tevens atelierwagens zijn ingedeeld. De andere hulp-
trein vervoert verplegingsmiddelen. Beide treinen zijn licht bewapend en
gepantserd.
Drie of vier bataljons vormen een brigade. De brigade wordt normaal
versterkt met een afdeeling vliegtuigen, bestemd voor het uitvoeren van ver-