230 trein een vernieling of versperring tot stand te brengen, waardoor dus een val wordt gevormd. In zijn slotbeschouwing' van dit lezenswaardige artikel merkt Schr. op .,En tous cas, pour une armee comme la nótre, appelée a agir sur des théatres d'opération extrêmement divers, il n'est pas d'engin dont le röle soit trop aléatoire pour pouvoir être négligé soit qu'on doive en envisager l'emploi, soit qu'il faille lutter contre eux". Tot slot geeft Schr. eenige voor beelden uit de krijgsgeschiedenis betreffende een aanval op een object aan de spoorlijn gelegen, de bescherming van troepen, welke zich evenwijdig aan de spoorlijn verplaatsen en den strijd tegen gepantserde treinen. Luchtstrijdkrachten. Luchtmacht, November 1933. De luchtverdediging van Nederland, door Majoor A. J. Maas. Van dit belangwekkende artikel verdient voor ons tij dschrif to verzicht bijzondere vermelding het hoofdstuk„Doctrines, feiten en tendenzen omtrent den luchtoorlog", waarin Schr. antwoord geeft op de vraagIn welken om vang en volgens welke vormen zal een toekomstige luchtoorlog vermoedelijk worden gevoerd Men onderscheidt 3 doctrines omtrent het gebruik van luchtstrijdkrachten ter bereiking van het oorlogsdoel, t.w. het gebruik van het luchtwapen, het voeren van den beperkten zelfstandigen luchtoorlog en van den onbeperkten zelfstandigen luchtoorlog. Indien de luchtstrijdkrachten worden gebruikt uitsluitend ten dienste van en in nauwe samenwerking met leger en vloot vervullen zij de rol van een vijfde wapen, het luchtwapen, dat zijn werkzaamheid richt tegen de vijan delijke weermacht en hare organen. Bij het inzetten van de luchtstrijdkrachten als een onafhankelijke naast leger en vloot opereerende luchtmacht, welke den zoogenaamden zelfstan digen of onafhankelijken luchtoorlog voert, kan in analogie met den duik bootoorlog worden gesproken van den beperkten en onbeperkten luchtoorlog deze laatste is naar den geest van de beginselen van het volkenrecht ver boden. De beperkte zelfstandige luchtoorlog wordt gevoerd indien de luchtmacht haar aanvallen in hoofdzaak, zoo niet uitsluitend, richt tegen militaire, aviatische en voor de vijandelijke weermacht onmisbare industrieele en economische inrichtingen en hulpbronnen, niet echter tegen de, door het volkenrecht beschermde burgerbevolking en hare bezittingen. De onbeperkte zelfstandige luchtoorlog wordt gevoerd, indien de als een onafhankelijke luchtmacht georganiseerde luchtstrijdkrachten doelbewust wor den gericht, niet alleen tegen militaire of militair gewichtige objecten, doch in de eerste plaats tegen de weerlooze burgerbevolking. Schr. wijst er op dat blijkens de buitenlandsche literatuur op luchtvaart gebied en de voornaamste buitenlandsche voorschriften nopens het gebruik van luchtstrijdkrachten, is te verwachten dat de luchtstrijdkrachten in een toekomstig conflict niet alleen als luchtwapen in het verband van leger en vloot, doch ook als onafhankelijke luchtmacht in den zelfstandigen luchtoor log zullen optreden. Aangezien het militair-politieke doel van den oorlog nog steeds is gebleven het vernietigen van de vijandelijke weermacht en het duurzaam bezetten van het vijandelijke grondgebied of belangrijke gedeelten daarvan, en het nieuwe strijdmiddel „de luchtstrijdkrachten" geen essentieele wijziging kan brengen in dit grondbeginsel, kan volgens Schr. de conclusie niet anders luiden, dan dat het primaire oorlogsdoel evenals voorheen, slechts definitief en duurzaam kan worden bereikt door het gezamenlijke optreden van leger, vloot en luchtmacht. De luchtmacht zelf zal tegenover een moreel en materieel behoorlijk voorbereide natie de beslissing in den oorlog niet afdwingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 121