232 Schr. wijst op de omstandigheid, dat in een toekomstigen oorlog rekening zal moeten worden gehouden met het gebruik van chemische strijdmiddelen gericht tegen de vijandelijke vliegdiensten. Aangezien de vliegparken en vliegvelden altijd liggen buiten het bereik van 's vijands artillerie, zal de aanval met chemische strijdmiddelen uitsluitend plaats hebben door vijan delijke vliegtuigen. Het verspreiden van chemische strijdmiddelen door een vliegtuig kan op twee wijzen geschieden, namelijk door het afwerpen van gasbommen en door gassproeien. Laatstgenoemde methode zal echter zelden of nooit worden toegepast omdat de bombardementsvliegtuigen daarvoor op geringe hoogte een vliegveld of vliegpark moeten overvliegen, hetgeen zeer bezwaarlijk is. Aannemend dat alleen het afwerpen van gasbommen in aanmerking komt voor het uitvoeren van gasaanvallen op vliegvelden en -parken is het mogelijk tranen- en niezenverwekkende gassen, verstikkende gassen en blaartrekkende chemische strijdmiddelen te verspreiden. De uitwerking der tranen- en niezenverwekkende strijdgassen is echter te weinig ernstig om de moeite te loonen bij bombardementen de verstik kende gassen, waarvoor een hooge beginconcentratie noodig is, zijn zeer afhankelijk van weersomstandigheden en hebben een zeer kortstondige wer kingsduur, zoodat voor het gasbombardement van vliegvelden en -parken vrijwel uitsluitend in aanmerking komen de blaartrekkende strijdgassen. Weliswaar zal materieel en personeel geruimen tijd buiten werking worden gesteld, van vernieling en vernietiging is echter geen sprake. Schr. geeft dan ook als zijn meening te kennen, dat de eenige, met succes uit te voeren gasaanval op een vliegveld of vliegpark zal zijn een lucht bombardement uitgevoerd in een combinatie van mijnbommen en mosterd gasbommen. „De mijnbommen zorgen voor vernieling van het vliegveld (trechters) van materieel, werkplaatsen en voorraden en bovendien voor vernietiging van personeel, terwijl mosterdgasbommen de opruimings- en herstellings werkzaamheden ten zeerste belemmeren, zelfs tijdelijk volkomen onmogelijk maken." Ten slotte geeft Schr. aan welke beschermingsmaatregelen moeten worden genomen. Deze zijn le. het inrichten van gasdicht af te sluiten verblijven (tegen luchtwaame- ming gecamoufleerd), 2e. het uitleggen van een teeken, waaraan vliegtuigen welke zich in de lucht bevinden kunnen zien, dat een gasbesmetting heeft plaats gehad, 3e. de bemanning van de vliegtuigen voorzien van een gasmasker, dat on middellijk na of voor de landing moet worden opgezet. Gasbescherming. Schweizerische Monatschrift für Offiziere aller Waffen, November 1933, Gaskampj und Luftschutz. Luitenant Max Höriger begint zijn belangwekkend artikel met de woorden „Eine Gefahr die ich kenne ist keine Gefahr" immers wie het gevaar kent, kan er maatregelen tegen nemen. Een goede uitvoering van de luchtbescher ming is niet alleen afhankelijk van het volledig opvolgen van de terzake aan de bevolking verstrekte voorschriften, maar in het bijzonder ook van de omstandigheid of de bevolking zelf den vasten wil heeft zich voor te bereiden op de gevaren, welke haar uit de lucht kunnen bedreigen. „Nur aus der Erkenntnis der Gefahren und der verantwortungsbewusten Kenntnis der Schutzmöglichkeiten heraus kann der zivile Luftschutz das erreichen, was sein Ziel istSicherstellung des Lebens der Bevölkerung." Noodig is, dat voor elk huis een vast programma is opgemaakt, waaraan de bewoners zich hebben te houden. Zoo zullen de bewoners van elk huis maatregelen moeten nemen tot het onmiddellijk blusschen van inslaande brandbommen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 123