237 toestand, waarin dit rijk ten gevolge van het vredesverdrag van Versailles met betrekking tot zijn bewapening is gekomen. „Artillerietaktisches aus Polen". Bij een zwakke artillerie in de verde diging doet men voorzichtig, niet te veel te rekenen op de resultaten van spervuur en bereikt men meer succes met het bestrijden van doelen op grootere afstanden. Op het moment echter, dat de vijand de hoofdverdedi gingslinie nadert, dient de artillerie dezen echter zoo krachtig mogelijk te bevuren. Een grondige voorbereiding, zoomede een uitstekende berichtgeving zijn daartoe echter noodig van de zijde van de beveiligende troepen. Een enkele inf. compie. met eenige mitrs. kan een front van 2 K.M. beveiligen, waarbij de artillerie een gedeelte vóór de hoofdverdedigingslinie kan voor uitschuiven, ten einde haar werkingssfeer te vergrooten. Neutraliseerende vuren worden afgegeven van 20 sch. per hectare (75 mm.), d.w.z. door 1 batterij kan met een vuurtempo van 4 a 5 sch. een oppervlakte van 4 hectare worden geneutraliseerd in 4 a 5 minuten, terwijl men aanneemt, dat in 25 min. 3 doelen onder vuur kunnen worden genomen. Voorts gaat men uit van de aanname, dat een front van 4 K.M. door 1 Regt. Inf. met 1 Afd. Art. kan worden verdedigd. Een art.eenheid (wat verstaat men daar onder vuurt vóór de beveiligende troepen, een halve op het terrein tusschen de beveiligende troepen en de hoofdweerstandslijn en één op de directe nade ringen naar de hoofdweerstandszone. Iedere batterij kan gedurende 's vijands nadering 7 tot 8 doelen van 4 hectare oppervlakte beschieten Noodzakelijk is een ongestoorde verbinding met de infanterie, in het bijzonder ten behoeve van tegenaanvallen, waarvan de gevaarlijke flanken speciale bescherming van de artillerie noodig hebben. Ten aanzien van de radioverbinding wordt opgemerkt, dat gewenscht zijn sterke ontvangststations zonder antenne, dan wel met raam- antenne, ten einde storing door de tegenpartij te ontgaan. Zendapparaten worden op eenige honderden meters van de waarnemingsposten opgesteld en daarmede door een telefoon verbonden, ten einde het gevaar van ontdekken tegen te gaan. Iedere commandant moet minstens bij twee radio-netten aangesloten zijn de afdeelingscdtn. met een bepaalde golf met de batt.cdtn. en deze op de zelfde golf onderling. De verbinding van de batt.cdtn. met de batterijen op een eigen golf. Een overzicht van de overige verbindingen wordt tevens gegeven. (Naar Russische bronnen. Mil. W. No. 23'33). H. Intendance, enz. Militar Wochenblatt, 4 Nov. 1933, No. 17. Hauptmann a. d. Hettler deelt een en ander mede omtrent de nieuwe uniformen in het Oostenrijksche Bondsleger. De bestaande uniform vertoonde zeer veel overeenkomst met de Duitsche. Men is thans vrijwel tot de oude voor-oorlogsche uniform teruggekeerd met de voor Oostenrijk traditioneele kepi als hoofddeksel. Schr. vraagt zich af of deze terugkeer naar het oude moet worden beschouwd als een demonstratie, dat de „Anschlusz-gedachte" geheel is losgelaten. Men heeft hier met de huidige begrippen omtrent eenvoud en onzichtbaarheid in het terrein geheel gebroken. Evenals vroeger worden de verschillende troepensoorten door kleuren onderscheiden. Een nieuwigheid is, dat de onderofficieren als onderscheidingsteeken geen strepen meer hebben, doch evenals officieren een tot drie sterren op den kraag, welke ter onderschei ding van die der officieren wit zijn. Zulks zal te velde meermalen aanleiding kunnen zijn tot vergissingen. Militar Wochenblatt, 11 Nov. 1933 No. 18. Generaal b. d. v. Kuhl vestigt de aandacht op het belangrijke werk van Oberst a. d. Theodor Jochim „Die Operationen und rückwartigen Verbindungen der Deutschen 1, Armee in der Marneschlacht 1914".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 128