heen langzaam terug te trekken, terwijl hij aan den C.-4-1-1 R.I.C. opdraagt om met zijn troepen buiten het bosch te gaan en eene opnamestelling in te nemen langs den rug, die op 250 a 400 meter Z. van den boschrand loopt (van den heuvel rechts waarop de Chapelle SAVLON (C3) naar den heuvel links van den weg bij CROIX)Alle mitrailleursectiën, die in het bosch niet tot hun recht konden komen, vonden in deze opnamestel ling een goede plaats, terwijl alle uit het bosch terugvloeiende resten van 1 en 2 R.I.C. er in werden opgenomen. En het is wel een bewijs van het schitterende moreel van deze koloniale regi menten, dat zij na een zoo ernstig echec in een boschgevecht te hebben geleden, en na uiterst zware verliezen te hebben onder gaan, toch nog geschikt zijn om in een kort achterwaarts gelegen opnamestelling zelve de bezetting te vormen, en daar weder een zóó krachtigen weerstand te bieden, dat het deboucheeren uit het bosch voor de Duitschers zeer moeilijk is geworden. Dat de rest van de divisie niet gered is kunnen worden, is dan ook waarlijk niet te wijten aan gebrek aan strijdkracht van deze beide regimenten. Generaal Raffenel had om 10.00, toen hij den ernst van 's vijands weerstand begon in te zien, maar toch nog in de meening ver keerde, dat het mogelijk zou zijn snel door te stooten, als hij slechts over de rest van zijn troepen kon beschikken, een staf officier naar den C. der hoofdmacht gezonden met opdracht om den opmarsch van 3 R.I.C. te bespoedigen, en voorts om zoo noodig door te rijden tot BREUVANNE en te trachten de oor zaken van die buitengewone vertraging van de infanterie der hoofdmacht op te sporen**). Deze stafkapitein bracht het bevel Men zal zich wellicht afvragen met welk recht een ondergeschikt commandant een zóó ver strekkend bevel kon geven. Doch dan houde men in het oog, dat de generaal Montignault terug was gegaan naar den Div.Staf (zie blz. 119) en voor zoover ik heb kunnen nagaan niet meer naar het bosch is teruggekeerd. Kolonel Guérin was ter plaatse dus de hoogste autoriteit, die van de leiding door den Div.C. niets bemerkte, doch wel het vernietigende gevecht in al zijn kracht onderging. Overigens stuitte zijn bevel, vooral bij Kolonel Gallois, C.-2 R.I.C., op hevig verzetb.v. het vol gende onderhoud tusschen Kol. Gallois en een kapitein, die ingevolge het ontvangen bevel de van zijne cie resteerende 25 man in volmaakte orde terugvoerde Oü allez-vous Nous avons l'ordre de nous replier. Reculer Jamaison ne recule pas quand on est marsouin Wat natuurlijk wel sterk klinkt, maar toch wel heel weinig waarde heeft als eenigen tijd laterla retraite dégénéra, cette fois, en déroute De vraag rijst hier wellicht of de Div.C., die den C. der hoofdmacht had opgedragen om niet verder dan ROSSIGNOL op te rukken (zie blz. 118), en die 3 R.I.C. bij nader bevel achter den Div.G.T. had doen volgen, dus op 2 uren gaans achter het hoofd der hoofdmacht (zie blz. 23) wel kon spreken van „eene buitengewone vertraging van de infanterie" 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 12