239
veroorzaakte veel moeilijkheden, terwijl door gebruik van cokes vele gevallen
van kolendampvergiftiging voorkwamen. Tenslotte werd een O.O. met 8
soldaten aangewezen om voortdurend houtskool te fabriceeren, waarvoor
hout uit de meest nabijgelegen bosschen werd gebruikt. Gedurende den
winter moest bovendien voer voor de in veeparken verzamelde runderen
en voor de draagpaarden worden opgevoerd. Teneinde het aantal runderen
zoo klein mogelijk te houden, werd het vleesch-rantsoen van 400 op 300
gram teruggebracht. De ontbrekende 100 gram werden vervangen door
conserven, gerookte en gezouten visch enz. Het vee werd geslacht in goed
ingerichte veldslachterijen, waar ter zake kundig personeel er voor zorgde,
dat niets voor de consumptie verloren ging. Rookvleesch, worst, gezouten
vleesch, gezouten spek, e.d. werden hier bereid, terwijl door uitkoken der
beenderen nog een hoeveelheid vet werd gewonnen.
Als wintervoorraad zouden voor 6 maanden levensmiddelen, kleeren, brand
stof enz. worden opgeslagen in de nabijheid der stellingen. Gebruik makende
van de nieuw aangelegde kabelbanen en van nog eenige honderden extra
dragers waren deze voorraden toch eerst half Januari 1917 ter plaatse. Op
geregelde aanvulling kon gedurende de wintermaanden niet worden gerekend.
Slechts bij zeer gunstige weersomstandigheden kon een dragerstransport den
gevaarvollen tocht naar beneden aanvaarden.
Het dagelijksch rantsoen werd vastgesteld op
700 gram brood (gebakken in de veldbakovens)toespijs: rookvleesch,
gezouten vleesch, worst, kaas, spek, chocolade.
Middagmaalsoep met rijst, aardappelen, e.d., vleesch en groenten.
Avondmaalvleesch, brood, koffie.
Bovendien per dag eenmaal warme thee met rum en voorts L. wijn of
1/10 L. brandewijn.
Met het oog op de groote koude was het noodzakelijk de manschappen bo
ven hun gewone uitrusting nog extra warme kleeren te verschaffen. Zij ont
vingen een wollen hemd, buikband, wollen onderbroek, twee paar flanellen
voetlappen, een wollen vest (z.g. pull-over), een sneeuwhelm of wintermuts,
twee paar handschoenen (zeildoek met wol of pels gevoerd)een paar
puttees, drie wollen dekens, een paar alpenschoenen, een paar bergschoe
nen, en voorts ten behoeve van ski-loopers een lederen jas en broek en ten
behoeve van posten en wachten gummi overschoenen of laarzen en een pelsjas.
Men kan zich hieruit een denkbeeld vormen van de enorme hoeveelheden
goederen, die in dragersvrachten moesten worden opgevoerd. Schr. legt er
nog eens den nadruk op, dat niet alleen de hoeveelheden voeding en kleeding
voor den man zeer hoog moesten worden toegemeten, doch dat alles van de
beste kwaliteit moest zijn. Zulks was noodzakelijk om de menschen bestand
te doen blijven tegen de gevaren aan een langdurig winterverblijf in de alpen
verbonden. Ook voor de hulpdiensten was een ongestoorde rust na den inspan-
nenden en gevaarlijken arbeid (dragerstransport) noodig voor het behoud
van een goed physiek. Dank zij de uitstekend voorbereide verpleging, het
verstrekken van zeer goede kleeding en een zeer zware voeding, gingen
gedurende dit verblijf van 15 maanden slechts weinig menschen aan ziekte
te gronde. De meeste verliezen werden geleden door lawines, sneeuwstor
men e.d.
Militar Wochenblatt, 4 Dec. 1933 No. 21. Ook in het Italiaansche leger
zal een nieuwe uniform worden ingevoerd. Voor de officieren is dit reeds
geschied. Ook hier ziet men gedeeltelijk een terugkeer naar de oude donkere
uniform met kleurige versiering aan kraag, mouwen en broek.
Men heeft thans in Italië voor de officieren van het leger (niet van de
Fascistische militie) 3 soorten van uniformen, n.l. een „Feldgraue" zonder
versiering en met open kraag, wit hemd en zwarte das, een witte uniform voor
den zomer en een zwarte ceremonieele tenue. De aanschaffing van de witte
en zwarte uniform is niet verplicht. Het is echter aan officieren verboden
in veldtenue te verschijnen bij gelegenheden waar burgerpersonen in jaquet
of avondkleeding plegen te komen, hetgeen dus zachte dwang beteekent tot