Op biz. 127 vermeldde ik, dat de Duitsche XXII Brigade ver traging had gekregen en eerst te 12.00 voorwaarts ging naar ST. VINCENT. Het aanvalsterrein was zeer ongunstig uitgaande van het feit, dat de Franschen den heuvel Ferme du CHENOIS hadden bezet 395), en dat de Duitschers uit de richting TINTIGNY kwamen, moesten zij het zeer moeilijk begaanbare bosch tusschen die plaatsen doorschrijden, dat bovendien nog was gelegen op de vrij steile afhelling, welke uitkwam aan den voet van°den door de Franschen bezetten heuvel. De laatsten konden dus alles inzien aan Duitsche zijde, en elk doorschrijden van de open plaatsen met snelvuur straffen. Bovendien was de samen werking met de artillerie in dit zeer grillige en begroeide terrein vrijwel onmogelijk. Aldus rukte het 511.R. op met 2 batns in voorste lijn met den weg TINTIGNY ST. VINCENT als as van bewe ging de batns waren echter slechts 3 compn sterk, omdat 1-II-51 I RÖ én 1-III-51 I.R. als flankdekking naar BREUVANNE waren gezonden. Het bleek moeilijk om het verband tusschen de batns te onderhouden bij dezen marsch door het met veel onderhout begroeide en geaccidenteerde terreinhet II batn, dat op het kompas marcheerde, kwam goed uit tegenover de Ferme, doch het III batn, dat met den rechtervleugel aangeleund aan den weg liep, week vrij sterk naar het Zuiden af. De reg. C., die de gaping tusschen de beide voorbatns ontdekte, vulde het gat aan met het I batn, terwijl hij de 3-II-51 I.R., die door het ZW.-loopen van den Noordelijken boschrand in open terrein dreigde te komen, in de reserve terugnamzoodat het II batn nog slechts 2 compn sterk was. Het 11 Gren. R., dat zijn III batn en de mitr.cie als brigade- reserve had achtergelaten, nam alleen het II batn in voorste lijn, terwijl het I batn in tweede linie volgde. Het voorbatn ging met drie compn in voorste lijn voorwaarts tusschen den grooten weg naar FRENOIS en den weg naar het Chateau de VILLEMONT (F 3) de vierde compagnie van dit batn, die rechts buitenwaarts geëchelonneerd volgde, kwam door eene dwaling ten slotte ook in BREUVANNE terecht. Al spoedig werd de voorste lijn van het II batn ook te ijl bezet, waarop de reg. C. zijn I batn inzette. Te 14.00 was het 11 Gren. R. op gelijke hoogte met het 51 I.R. De boschpunten volgende kwamen beide regn ten slotte aan de randen, doch onder het vuur van de verdedigers van den heuvel waarop de Ferme du CHENOIS, is van verder voortgaan geen sprake, zoodat te 14.30 de geheele nadering is tot staan gekomen, en het vuur werd geopend. Den brigadeC. restte nu slechts om nieuwe aanvalsmiddelen te hulp te roepen. Van de artillerie was het 6 F.A.R. aangewezen om den aanval van de XXII Brigade te steunen, terwijl het 42 F.A.R. den aanval van de XXI Brigade op BELLEFONTAINE zou steunen. Wij 141

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 32