b. De oefeningen worden om beurten bij een der batterijen
gehouden.
c. Bij onderwijsoefeningen onder leiding van den Afd.Cmdt.
wordt slechts één der batterijen zoo sterk mogelijk gemaakt dan
wel de batterijen rukken met slechts één stuk uit.
d. Meer dan tot nu toe moeten de dienstplichtigen bij geza
menlijke oefeningen worden ingedeeld. Tijdens de opkomst van
een herhalingslichting kan zeker één onderwijsoefening voor de
af deeling worden gehouden, ongeacht het tijdperk, waarin deze
opkomst plaats vindt. Aan het einde van de eerste oefening van
een lichting miliciens zouden enkele A. V. O. oefeningen kunnen
worden gehouden.
e. Tot het houden van A. V. O.-oefeningen worden de afdee-
lingen bijeen gebracht, teneinde elkander te kunnen aanvullen
en om beurten te worden geoefend. Hiertoe zou gelegenheid kun
nen worden gevonden bij de oiat. Evenals bij de infanterie zouden
de afdeelingen eenige dagen voor het begin van de t.t.oefening
onder den D. C. in de nabijheid van het oefenterrein een paar
oefeningen kunnen houden onder leiding van den R. C. In jaren,
waarin geen oiat worden gehouden zou bijv. de Afd. Houwitsers
op meerdaagsche oefening naar Tjimahi kunnen rijden en aldaar
samen met A. I. Bg. kunnen worden geoefend.
Aannemende nu, dat zoodoende bij de afdeeling eens in de
week een A. V. O.-oefening kan worden gehouden onder leiding
van een B. C. dan wel van den Afd.C. of den R.C., dan beteekent
dit, dat de B. C. slechts eens in de maand een onderwijsoefening
met zijn op sterkte gebrachte batterij kan houden, terwijl hij de
drie overige weken zijn personeel aan de andere batterijen moet
afstaan of deelneemt aan een oefening onder leiding van een
hoogeren commandant.
Volgt hier nu uit, dat kan worden voldaan aan den eisch, dat,
afgezien van de meerdaagsche oefeningen onder leiding van hoo-
gere commandanten, de compagnie als regel niet meer dan één
maal per week geoefend wordt onder leiding van den hoogeren
commandant dan wel deelneemt aan zoodanige oefeningen
(schrijven D. v. O. dd. 26-l-'33 No. 199/VIIA).
Het antwoord luidtneen, want de B. C. moet personeel afstaan
voor de Opleidingen voor bijzondere betrekkingen bij de afdeeling
V. O. Mob. A., pag. 43 e.v.
Om verschillende redenen heeft men tot nu toe het personeel
van den afdeelingsstaf in de vredessamenstelling niet tot een
afzonderlijk onderdeel gevormd onder een eigen commandant en
met eigen administratie. De verkenners, de telefonisten, het per
soneel voor den meettroep en voor het L. W. S. (ja zelfs voor het
afdeelingskwartier) zijn bij de batterijen ingedeeld, terwijl zij
toch vaksgewijs worden geoefend. Men tracht wel verschillende
147