bijzonder belang zijn aan een meer in bijzonderheden tredende bespreking onderwerpen, zooals de regeling van een aanval der infanterie, de organisatie van een verdediging, het vuurplan der infanterie, enz. Het gaat hier dus niet om theoretische beschouwingen, doch om bespreking van een concreet geval. De kaderoefeningen, de tactische troepenoefeningen en de onderwijsoefeningen moeten bij elkander worden besproken, om dat het moeilijk is alle oefeningen, welke bij ons noodzakelijk moeten worden gehouden, een van die drie etiketten op te plak ken. Het gaat dunkt mij ook niet om den naam, doch om zoo danige oefeningen te houden, dat daardoor de artillerie volledig, tactisch en technisch voor haar oorlogstaak geschikt wordt gemaakt. Ik zeide reeds bij de algemeene beschouwingen, dat de oefe ning van een afdeeling moet worden gesplitst in oefeningen van een of meer vakken. Dit zou kunnen gebeuren door de volgende oefeningen te houden a. Panoramaschietoefeningen, welke onder leiding van den Afd. C. moeten worden gehouden. Vroeger kenden wij slechts één wijze van schieten, n.l. het schieten met waarneming door den vuurleider. Daarop concentreerde zich de geheele schiet- opleiding. De jonge luitenants en de oudere luitenants en kapi teins worden op schietcursussen daarin geoefend en de beoordee ling van hunne verrichtingen bij die schietcursussen is voor hen van groot belang. Daarom nam men ook aan, dat zij bij hunne korpsen deugdelijk moeten worden voorbereid en als regel werd gesteld, dat gemiddeld 2 keer per week panoramaschietoefeningen moeten worden gehouden. Nu is bij het schieten met waarneming gekomen het schieten zonder waarneming en het schieten in afdeelingsverband. De ervaring heeft geleerd, dat ook daarin veel moet worden geoefend. Aangezien echter de schietcursussen geheel zijn ingesteld op het schieten met één batterij en met waarneming, brengt het belang van de cursisten mede, dat de oefening bij de afdeeling zich daarop concentreert. Als er echter regimentsschietoefeningen worden gehouden brengt het belang van de afdeeling mede, dat de afdeelingsvuren veel worden beoefend. Het is voor de Afd. Cn. niet gemakkelijk den gulden middenweg te vinden. Vroeger ging men met de panoramaschietoefeningen het ge heele jaar onverdroten door, doch het lijkt mij raadzaam, dat de Afd.C. de kamerschietoefeningen en de oefeningen der staven zoo danig regelt, als de omstandigheden wenschelijk maken. Op deze schietoefeningen zal ik thans niet verder ingaan. Het is een onderwerp op zichzelf, dat zeker waard is in den vollen omvang in beschouwing te worden genomen. 156

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 47