Voor deze oefeningen kan de afdeeling geheel op dezelfde wijze
als bij schietoefeningen uitrukken en zoo eenvoudig mogelijk
worden opgesteld, zoodat de Afd.C. en af en toe ook de B.Cn. zonder
veel tijdverlies de verrichtingen bij de vuur leiders en bij de batte
rijen kunnen contröleeren. Mijn ervaring is, dat op deze wijze
nog tal van misverstanden en onvolkomenheden in de uitvoering
kunnen worden achterhaald. Door de oefening zooveel mo
gelijk onder dezelfde omstandigheden als bij de schietoefe
ningen in te richten, komt de afdeeling met grooter vertrouwen
op het schietterrein en kan zij reeds van den aanvang af de vlot
heid hebben, welke anders eerst na eenige schietdagen wordt
bereikt. Dit komt doordat de vele wrijvingen, welke altijd in
zulk een samengesteld instrument, als de afdeeling is, optreden,
reeds bij de onderwijsoefeningen in het garnizoen voor een groot
deel uit den weg zijn geruimd.
h. Oefeningen in den peildienst en in de vuurwaarneming.
Een zeer belangrijke en ook zeer moeilijke taak van alle artillerie
officieren is de doelverkenning op de groote afstanden, waarop
de artillerist dat moet doen. Er zijn sommige begaafden, die dat
zonder voorafgaande oefening kunnen, doch de meesten moeten
zich daarin vaak oefenen. Het gaat er dan niet om met de kaart
in de hand op een uitkijkpunt te zitten en met elkander te rede
twisten over de plaats op de kaart van een punt in het terrein.
Het is dringend noodig, dat de leider van de oefening het weet
en op grond van kennis van het terrein en van ervaring aan de
deelnemers aan de oefening kan uitleggen hoe men de plaats
van een punt opzoekt.
De oefening moet als regel door den Afd.C. voor de geheele
afdeeling worden opgezet en voorbereid. De doelvoorstelling moet
zorgvuldig worden overwogen en geregeld. Hetzelfde geldt voor
de oefeningen in de vuurwaarneming, welke met de peiloefe-
ningen kunnen worden gecombineerd, zoomede met oefeningen
in de verwerking van de berichten van 2 of meer peilposten in
den afdeelingsstaf of in den staf van den D. A. C. dan wel met
oefeningen in de vuurleiding.
Voor de detailregeling van enkele der vorenbedoelde oefeningen
moge worden verwezen naar het artikel van Majoor A. R. W. Geij
van Pittius, Waarnemingsoefeningen met seinkardoesjes bij de
Artillerie, I. M. T. 1933 No. 2.
i. Kaderoefeningen.
Uit het vorenstaande zult U wel hebben begrepen, dat ik ook
voor de kaderoefeningen splitsing in vakoefeningen noodzakelijk
acht, niet alleen, omdat het niet mogelijk is het optreden van
eene afdeeling in haar geheel in één kaderoefening te behan
delen, doch ook omdat het noodig is alle officieren van de afdee-
161