ling af en toe eene oefening te geven in elk van de verschillende
vakken. De Afd.C. moet in den loop van een jaar zeker elk van
de vakken met zijne officieren behandelen.
In plaats van hierover in theoretische beschouwing te treden,
zal ik U in het kort mededeelen welke reeks oefeningen ik in het
jaar 1931/32 te Tjimahi hield. Voor deze oefeningen diende één
algemeene onderstelling tot grondslag. Zie bijlage I.
De onderstelling nam aan, dat A.I. Bg. was ingedeeld bij een
gemengd detachement, waaraan was opgedragen de ontlading te
Bandoeng van de eigen uit Oosterlijke richting oprukkende Ie
Divisie te dekken en daartoe eene verdediging te voeren ter hoog
te van Tjimareme 1 ten IV. van Tjimahi. De vijand werd nog ruim
40 km. ten W. van Tjimahi gedacht.
De detachementscomdt. besloot de verdediging in een in de
onderstelling aangegeven lijn te voeren. De werkzaamheden zou
den worden gedekt door tot Padalarang vooruitgeschoven afdee-
lingen.
Aan Comdt. A.I. Bg. werd opgedragen
le. een batterij vóór de voorste lijn stelling te doen nemen nabij
Tjiboerial met taak vuur op groote afstanden (zie Gevechts
voorschrift voor de Mobiele Artillerie p. 56)
2e. voor de geheele af deeling stelling te verkennen nabij den
westrand van Tjimahi met le taak: vuur op groote afstanden,
2e taaksteun van de infanterie.
Achtereenvolgens werden de volgende oefeningen gehouden
1. Verkenning van de batterijstelling bij Tjiboerial en uitgifte
van het batterijbevel.
2. Bezichtiging van de infanteriestelling, zooals deze was uit
gezocht door twee bij de Afdeeling gedetacheerde officieren der
infanterie, afkomstig van de Hoogere Krijgsschool, zoomede be
schouwing in het terrein van de mogelijkheden voor den steun
met artillerievuur in elk der deelen van de stelling.
3 Verkenning van de stelling van de afdeeling in den West
rand van Tjimahimondelinge uitgifte van het afdeelingsbevel.
Na bestudeering van de kaart werd verder in het terrein nog na
gegaan welke de voor- en nadeelen van andere mogelijke stellin
gen zijn.
Ik mag er hier zeker nog wel de aandacht op vestigen, dat
volgens het A.V.O. de kaderoefeningen vóór alles moeten beoogen
het bijbrengen van de vaardigheid in het opsporen en beoordeelen
van de mogelijkheden, welke het terrein in een bepaald geval
biedt. Bij oefeningen met de batterijen zijn wij zoo vaak genood
zaakt de gunstige mogelijkheden of noodzakelijkheden te laten lig
gen, omdat wij daar te veel schade zouden aanbrengen. De kader
oefeningen geven ons gelegenheid het terrein te nemen zooals het
in werkelijkheid is.
162