oefeningen onder den R.C. Inf. onderwijsoefeningen voor de afdeeling. Stel nu nog, dat de R.C. Art. in de gelegenheid zou worden gesteld zijne afdeelingen gezamenlijk te oefenen en dat hij daarbij één onderwijsoefening kan houden en voor elk van de afdeelingen één t.t.-oefening, dan neemt elke afdeeling daarbij deel aan 3 A.V.O.-oefeningen. Daarenboven zou de R.C. met elk van de afdee lingen in het garnizoen één t.t.-oefening kunnen houden. Ik stel mij voor, dat deze oefeningen worden gehouden in het tijdvak van 1 Juli tot 1 November 16 weken. De verschillende meerdaagsche oefeningen nemen elk één week in beslag, totaal 4 weken. Er blijven dus 12 weken over in 1 waarvan een t.t.-oefe ning voor de afdeeling wordt gehouden, rest 11. In het V.O. Mob. A. is niet voorgeschreven hoe vaak verschil lende oefeningen en werkzaamheden bij de batterijen moeten wor den gehouden. Het Voorschrift Oefening der Infanterie treedt wel eenigszins in bijzonderheden ten aanzien van de compagnie Infan terie. Punt 33 zegt Regel moet zijn, dat van iedere week worden bestemd minstens twee dagen voor oefeningen in het terrein, waarvan bij de mitrailleur-compagnieën één dag te besteden voor oefenin gen in het stelling nemen, het richten, de vuurleiding, enz.; één dag voor schieten één dag voor binnendienst (athletiek, zwemmen en andere tak ken van sport, voorbereidende schietoefeningen, schietoefeningen, gevechtsschermen, handgranaatwerpen, theorieën, enz.) één dag voor inspecties, schoonmaken van het kampement, enz. Bij ons staat dit alles niet voorgeschreven. Toch is wel bij alle korpsen een dergelijke tijdindeeling gewoonte geworden, n.l. de Donderdag voor Donderdagsche bezigheden, één dag voor vakoefeningen, één dag voor richtoefeningen, geschutbediening, oefening seiners en telefonisten, soldatenschool, één dag voor karabijn- en pistoolschieten, pionieren, seinen op groote afstanden, zwemmen, kaartlezen, V.P.T.L. oefening, enz., één dag voor A.V.O.-oefeningen, één dag als reserve, waarover de B.C. geheel naar behoefte be schikt, om daarmede leemten in de oefeningen aan te vullen of voor bijzondere oefeningen, zooals gasdienst, camoufleeren, werk zaamheden aan het materieel, overtrekken van rivieren, gesloten exercitie met de battérij. Soms legt de Afd.C. op zulk een dag beslag voor gesloten exercitie met de afdeeling. Bij de paarden- batterijen moet één dag worden uitgetrokken voor marschtraining van de paarden. Uit het vorenstaande volgt, dat als regel niet meer dan één dag in de week beschikbaar is voor A.V.O.-oefeningen. 168

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 59