De getallen van de werkelijk gehouden oefeningen zijn wat la ger dan in 1934 mogelijk zal zijn. Wij hebben in 1933 regiments schietoefeningen gehad. De maand December is niet meegerekend. Als in 1934 volgens een plan wordt gewerkt, zal ook daardoor het aantal werkelijk gehouden oefeningen wat grooter kunnen zijn dan in 1933. Ik heb het geloof, dat mijn plan uitvoerbaar zal zijn het is waarschijnlijk zelfs iets te weinig eischend. Neemt men aan, dat er in 1935 schietoefeningen worden ge houden en geen oiat, dan moet de nadruk op de afdeelingsschiet- oefeningen vallen, waarvan er bijv. 4 zouden kunnen worden ge houden tegen 1 andere onderwijsoefening voor de af deeling. In dat jaar zullen onderwijsoefeningen voor de batterijen ook voor een groot deel het karakter dragen van batterij schietoefeningen. Er zijn elk jaar omstandigheden, waardoor het oefenplan, zoo als het hier is ontworpen, moet worden gewijzigd. In een jaar, waarin schietoefeningen worden gehouden, moeten de afdeelingen, behalve voor hun eigen aandeel daarin, nog personeel leveren voor de voorbereiding van die oefeningen en voor de aanvulling van de andere afdeelingen. Verder moeten er batterijen te Batoe- djadjar schieten, terwijl vaak verscheidene officieren tegelij kertijd aan den dienst bij de af deeling komen te ontvallen door opleiding gasdienst, luchtwaarnemer, schietcursus te Batoedjadjar, paardenkeuring en detacheeringen buiten den troep. Ook moet het oefenplan worden herzien als er miliciens voor eerste oefening en voor herhalingsoefening bij de afdeeling zijn opgekomen. In het oefenplan rust de zwaarste taak op den Afd.C. Ik weet, wat zulks beteekent, want ik heb 6 volle jaren achtereen na genoeg naar dit plan gewerkt. Ik voel daarom, dat het aanbe veling verdient den Afd.C. een weinig te ontlasten, hetgeen zou kunnen geschieden door een deel van de vakoefeningen te doen houden door de B.Cn., wier personeel bij een andere batterij dienst doet, en voorts door toepassing van A. V. O. p. 16 (5) de B.C. kan ook nu en dan worden aangewezen om op te treden als onderwijzer van de afdeeling. Ten slotte moet ik er met nadruk op wijzen, dat een oefenplan een hulpmiddel moet zijn, een leidraad, waardoor de commandant, die het plan heeft opgemaakt, het zichzelf en de onder hem ge stelde commandanten mogelijk maakt tot een te voren overdachte indeeling van den tijd en de stof te geraken. Het is niet de bedoe ling het oefenplan als doel te stellen en de oefening daaraan op te offeren. In een plan liggen dezelfde gevaren als in een schema, zij het ook in mindere mate. Deze gevaren worden gemakkelijk ontgaan door het plan met verstand als leidraad te gebruiken. In het vorenstaande is nog niets gezegd omtrent het houden van populaire voordrachten of lezingen en van voordrachten op 171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 62