meer wetenschappelijken grondslag. Het zijn geen oefeningen en daarom komen zij niet in het A. V. O. voor. Het houden van deze voordrachten is wel opgenomen in het V. O. Mob. A. p. 40 en 41. Mijn meening over de samenstelling van een jaarprogram is neergelegd in een brief aan de Afd.Cn., welke als bijlage III hierbij is gevoegd. Daarin is nog niet gesproken over de bestudeering van de inrichting en de werking van het materieel. Het is voor jonge officieren en officieren, die pas in den troep zijn teruggekeerd, dringend noodig, dat zij onder leiding van de B.Cn. het geschutj de instrumenten, tuigen, paarden, auto's, motoren grondig be- studeeren en ook voor de oudere officieren is het noodig, dat zij hun practische kennis opfrisschen. Ik liet deze besprekingen onder leiding van de B.Cn. in de le periode eens in de week houden. Over de detailoefeningen zal ik niets zeggen, niet omdat dit de moeite niet waard zou zijn. Het is echter een onderwerp op zichzelf. Wel meen ik goed te doen aan het slot van mijn voordracht nog eenige algemeene opmerkingen te maken naar aanleiding van ervaringen bij de oefeningen opgedaan. De geest van den troep. Laten wij vooral zorgen voor afwis seling. Laten wij waken tegen sleur. De oefeningen moeten niet zoo worden gehouden, dat de troep dood geoefend wordt, over- traind. Vermijd het den troep in het kampement te houden. Door de vele werkzaamheden aan het materieel is dat soms niet te voorkomen, doch streef er naar minstens 5 dagen in de week buiten te oefenen. Laten we zorgen voor het invoegen van aar dige oefeningen. Houdt zelfs af en toe een oefening, die geen oefening is, doch geen ander doel heeft dan eens gezond en flink en vroolijk met elkaar uit te zijn, zooals ongewapend en zonder materieel dwars door het terrein naar een bezienswaar digheid en daar in vrijheid wat verpoozen. Het nut van zoo'n uitstapje is onweegbaar, het is een contact-oefening. De soldaat en wij officieren zijn toch ook soldaten houdt van verras singen. Op een dag mocht onze afdeeling de luchtvaartafdeeling bezichtigen en zelfs mochten verscheidenen van ons de lucht in. Deze verrassing werd buitengewoon gewaardeerd. De sport heeft niet alleen ten doel de lichamen te sterken, doch vooral de geesten op te wekken. Als het eenigszins mogelijk is, laten we dan een wedstrijd-idee in onze oefeningen brengen. Kweekt in alle opzichten een sportieven geest, zonder overdrij ving. Laat uw onderdeel trachten beter te zijn dan elke andere troep, doch laat dit niet op onsportieve wijze worden nagestreefd. 172

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 63