bedrag zou kunnen worden opgelost, in ieder geval ten koste van offers, welke binnen onze financieele draagkracht zouden vallen, terwijl daarentegen de tot dusverre aan de Landsverde diging bestede gelden verspild zijn. Het wil ons voorkomen, dat een nadere motiveering van deze o.i. zeer aanvechtbare uitspraak, welke niets meer of minder inhoudt dan een verloochening van het huidige defensie-systeem, waaraan jaarlijks door de verant woordelijke instanties nog belangrijke bedragen worden ten koste gelegd, toch geenszins overbodig zou zijn geweest. S. bedenke toch vooral, dat de wijze van besteding van de defensie-gelden plaats heeft aan de hand van een weldoordacht systeem, dat er op gericht is langs vaste lijnen een leger te scheppen, dat zoo goed mogelijk zal kunnen voldoen aan zijn tweeledige taak, en geen uitvloeisel is van voortdurend wisselende inzichten. Men neme ten bewijze daarvan slechts de oorlogsbegrootingen van de laat ste 10 jaren, voor wat betreft de materieele aanschaffingen, eens in beschouwing. Zonder te kort te willen doen aan de waarde van meergenoemde studie, meenen wij het nochtans in het algemeen te moeten betreu ren, dat S., die, zooals reeds werd gememoreerd, de wijze van besteding van de defensiegelden, zoomede het huidige defensie systeem aanvalt en becritiseert, in zijn betoog nagelaten heeft de meeste zijner zeer geprononceerde denkbeelden voldoende te motiveeren t.a.v. zeer saillante gedeelten blijft zelfs iedere moti veering achterwege. Een beroep op en het citeeren van andere schrijvers hoe gevaarlijk en weinigzeggend is dit dikwijls niet (spreekt men ten aanzien van de denkbeelden van Generaal Douhet niet reeds over „Douhetisme", 1) evenals vroeger over de opvattingen van Gene raal Fuller van „Fullerisme")—kan wel een betoog versterken, doch geenszins een afdoenden bewijsgrond vormen iedere weermacht behoort de samenstelling te bezitten, welke de bijzondere omstan digheden van het land, waartoe zij dient, logisch vereischen en hierin behooren dan ook de noodige motiveeringen ten behoeve van een bepaalde organisatie te worden gevonden. Alvorens op het vorenstaande echter verder in te gaan en onze meening tegenover die van den Heer Kengen weer te geven, zouden wij, een oogenblik aannemende, dat men inderdaad het zwaar- 1) Het gronddenkbeeld van de theorie van Gen. Douhet ligt eigenlijk in zijn beroemde formule „adopter sur terre et sur mer une attitude défensive „et faire masse pour l'offensive dans l'air." Deze uitspraak is n.m.m. in den grond foutik sluit mij aan bij het oordeel van den majoor Ackermann, den instructeur van de luchtmacht in Zwitserland, die van deze gedachte zegt: „une utopie dangereuse, basée sur une fausse interpretation de divers „facteurs", want om een oorlog te winnen is het noodig„Que le fantassin „mette le pied sur le sol ennemi et qu'il s'y maintienne". (Lt. Kol. W. F. Sillevis, Ver. t.b.v. Kw. 1934) 182

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 73