Eenvoudigheidshalve hebben wij daarom het gemiddelde van de totale uitgaven gedurende de eerste zes jaren gelijkgesteld aan het uiteindelijk benoodigde jaarlijksche bedrag van rond 11 millioen, d.w.z. 9 millioen „meer" dan de L.A. thans kost, waarbij dus nog geen rekening is gehouden met het gebruik van de zooveel duurdere, doch onmisbare, Dorniers. Kan dit bedrag nu op de overige deelen der weermacht worden gevonden, zonder dat de primaire taak van het Leger, de hand having van orde en rust, in het gedrang komt Dit is de vraag, waar het thans om gaat, omdat er geenszins op kan en mag worden gerekend, dat boven de huidige credieten, extra gelden voor de defensie zullen worden beschikbaar gesteld integendeel, blijkens het doel, waartoe de Commissie-Idenburg werd ingesteld, zal op de weermacht nog aanmerkelijk moeten worden besnoeid. Wat het leger betreft, heeft dit, met betrekking tot de sterkte aan infanterie, de grens bereikt, welke als een minimum moet worden beschouwd voor de redelijke handhaving van orde en rust, welke, zooals de Regeering in de Mem. v. Toel. op de begroo ting voor 1933 mededeelde, onder alle omstandigheden verzekerd behoort te zijn. Bij de laatste reorganisatie, welke nog niet eens in alle opzichten heeft doorgewerkt, werd zelfs zoover gegaan, dat eenig risico diende te worden aanvaard. Wij meenen verder te kunnen volstaan met te verwijzen naar de bij herhaling door de Regeering te dien aanzien afgelegde verklaringen, waarvan wij slechts de volgende vermelden 185 „Naar het oordeel van de Regeering moet het Leger dan ook na de voor gestelde versobering op personeelsgebied, mede dank zij de te verwachten „materieele uitrusting doch ook alleen dan (curs. v. ons) nog ten volle „berekend worden geacht voor zijn taak betreffende de handhaving van orde „en rust in alle deelen van den archipelVerdere inkrimping van „beroepspersoneel dan werd voorgesteld is niet mogelijk (curs. v. ons) „aangezien voorshands een beroepsleger van behoorlijke sterkte onontbeerlijk „moet worden geacht". (Volksraad, Zitt. jaar 19321933, Ond. 118, Afd. IX St. 3 A) en voorts „Gaven de geachte leden Pastor en Zuyderhoff uiting aan hun twijfel of „het Leger nog wel ten volle berekend zou zijn voor de handhaving van de „inwendige veiligheid, waar zij meenden op te merken, dat door de reorgani satie de vervulling van de primaire taak naar een tweede plan wordt terug gedrongen, ook de Heeren Hamer en Feuilletau de Bruyn heten zich in „gelijken zin uit, toen zij wezen op de verminderde stootkracht van het Leger. „Zooals ik reeds zeide, werd $e personeelsinkrimping op Java daar gezocht, „waar zij zonder afbreuk te doen aan de paraatheid van het Leger voor de „vervulling van de primaire taak, kon geschieden (curs. v. ons). Het resultaat „is dan ook, dat de uitruksterkte der infanterie practisch gelijk blijft aan „die welke beoogd werd met de uitbreiding van 1927" (curs. v. ons). „Houdt men daarbij tevens in het oog, dat het mogelijk gebleken is, „een aantal militie-compagnieën bij de infanterie te handhaven, welke dus „ook beschikbaar zijn om zoonoodig voor de verzekering van de inwendige „veiligheid te worden ingezet, dat voorts de bij de hulpwapens ingedeelde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 76