Ten laatste moge de geest, die toen in onze Atj eh-officieren
leefde, ook de geest zijn, die thans nog het geheele Nederlandsch-
Indische leger, van hoog tot laag bezielt, opdat, wanneer ooit
tegenover het binnenland of tegenover het buitenland moet
worden getoond dat Neerlands zonen nog pal staan voor Neer-
lands gezag op Neerlands bodem, bewaarheid worde wat J. P.
Heye zong in zijn liedje van de zee
„Hou zee, Hou zee
Houdt moedig zee.
Wie ooit de vlag moet strijken,
Ons Neerland zal niet wijken.
't Loope tegen, 't loope mee.
Hou zee, hou zee
J. C. J. KEMPEES,
Gep. Reserve-Kolonel v. d. Generalen Staf
Ned. Leger.
Bussum, 8 Januari 1934.
116