205
BIJLAGE II.
A. Voor zoover wij uit de maritieme literatuur van de laatste jaren mochten
lezen, hetgeen voorts nog werd bevestigd van deskundige zijde, heeft
de beteekenis van den kruiser zich in den loop der jaren niet gewijzigd
deze volvoert dezelfde opgaven als de snelle fregatten uit den tijd van
Tromp en de Ruyter, nl.
a. het voeren van den handelsoorlog,
b. de bescherming van den eigen handel.
Daarnaast vallen aan dit scheepstype in den zeeslag nog tal van
opdrachten toe, o.a.
a. verkenningsorgaan der slagvloot,
b. leider van de snelle jagerflottieljes in den slag en
c. ruggesteun (artilleristisch) van de verkennende jagers.
Door de technische ontwikkeling is de snelheid van den kruiser na
den wereldoorlog zeer toegenomen en bovendien de actieradius
verdubbeld.
B. Evenmin heeft zich de beteekenis van de onderzeeboot gewijzigd. De
laatste jaren brachten verschillende verbeteringen op technisch gebied,
welke voornamelijk tot uiting kwamen ten aanzien van de radiotelegrafie
en de bovenwatersnelheid. Door de vlucht, welke de radiotelegrafie de
laatste jaren nam, is het mogelijk verbinding te houden met onderzee-
booten, welke zeer ver verwijderd van hunne bases ageeren, terwijl
ook de samenwerking met bovenwaterstrijdkrachten (w.o. ook vliegtui
gen) daardoor betrouwbaarder en gemakkelijker is geworden. Aangezien
de snelheid van de koopvaardijschepen steeds toeneemt (practisch wor
den er geen vrachtbooten meer gebouwd met een kleinere snelheid dan
15 mijl) heeft men de bovenwatersnelheid van de onderzeeboot op
moeten voeren, ten einde deze geschikt te doen blijven voor den handels
oorlog, den strijd op 's vijands verbindingen. Gedurende de laatste jaren
bouwde Engeland 30 en Japan 40 nieuwe onderzeebooten, waarbij men
de bovenwatersnelheid stelde op 20 mijl. Afgedaan heeft daar de onder
zeeboot dus nog geenszins.
Voor ons defensiestelsel ligt de waarde van de onderzeeboot vooral
daarin, dat de aanwezigheid van deze booten den vijand noopt tot het
nemen van uitgebreide voorzorgsmaatregelen. De rol van dit materieel
in den zeeoorlog bestaat in
a. het voeren van den handelsoorlog,
b. de verkenning (ook dicht bij vijandelijke steunpunten kan niet
van zijn post worden verjaagd, doch slechts tijdelijk worden onderge
drukt),
c. den torpedoaanval op vijandelijke schepen,
d. het „shadowen" van convooien.
C. De kwestie „vlagvertoon". De reis van Hr. Ms. „Van Galen" naar
Shanghai is geen reis tot vlagvertoon geweest in den strikten zin van
het woord. Dit schip werd uitgezonden om de veiligheid en de belangen
der Nederlandsche onderdanen te behartigen en de leiding te nemen bij
een eventueele evacuatie van Shanghai.
Aangezien geen vijandelijkheden hebben plaats gehad, noch de veilig
heid en de belangen van onze landgenooten in dreigend gevaar zijn
geweest, is geenszins het bewijs geleverd, dat een jager voor een der
gelijke zending geschikt is. Volgens veler meening is juist de jager voor
een opdracht van dien aard niet geschikt. Voor een evacuatie der