b. Hun afstootend vermogen maakt hen vooral geschikt voor de
verdedigingdoch zij kunnen ook den eigen aanval recht
streeks steunen hoe, dat komt later.
c. Verrassend en flankeer end schieten zij kunnen ook vanuit
achterwaartsche, verhoogde opstellingsplaatsen en door open
en open te laten strooken vuren en hierbij raken wij reeds
aan de strijdvragen
d. Krachtige vuur-inzet en volhouden tot het doel vernietigd
of verdwenen is
e. Bij voorkeur lage middelbare en kleine afstanden (tot 800
m G.V.I.) kunnen zoo noodig vuur openen op middelbare
afstanden A.T.V. bij zeer deugdelijke voorbereiding,
veel munitie en prijsgeven der verrassing kan worden aan
vaard ook op hoogere middelbare en groote afstanden.
Indirecte richting slechts toepassen indien daarmee aanmer
kelijke voordeelen zijn te behalen
Een belangrijk beginselniet van stelling veranderen indien
de infanterie tot op het laatste oogenblik van den stormaanval
uit opstellingen op niet grooter afstand dan 700 tot 800 m.
gesteund kan worden indien zij op geen andere wijze den
stormaanval kunnen steunen, dan kan het noodig zijn de sectie
M. van afdeelingen in eerste lijn tot in de vuurlinie te doen
oprukken.
g. Cdtn. van onderdeelen der M., toegevoegd aan een troependeel,
ontvangen opdracht en aanwijzing der plaats, waar zij onge
veer in stelling moeten komen, van C. troependeel. Technische
uitvoering blijft aan C. afd.M.
Dit ligt in onze voorschriften vast maar inmiddels heeft zich
juist om den aanval een strijd van opvattingen ontwikkeld aan de
hand van de na-oorlogsliteratuur
En dit klemt voor ons te meer, omdat wij met slechts z e s M.
in het Bat. staan, tegenover een buitenlandsche en ook een Hol-
landsche opvatting, die een geheele compagnie M. met min
stens 12 M. t.b.B.C. stelt. Plus al de hulpmiddelen op het gebied
van verbinding enz. van zulk een cie. Wij zijn dus wel zeer gehan
dicapt.
Al heeft de oorlog dan ook geen doctrine gebracht, wel heeft
men, vooral in den na-tijd, leering kunnen trekken en vastleggen.
Of dit altijd juist geschiedde, is een andere vraag.
Men heeft erkend en onderkend prikkeldraad en niet-geneu-
traliseerde M. beletten alle voorwaartsche beweging. En daarbij
gaat het vooral om die laatste kritieke afstanden van o tot 300
a 500 m.
Men grijpt naar de uitermate methodische nadering en voor
waartsche beweging, die sterk naar den stelling-oorlog en niet
naar den bewegingskrijg riekt (Franschen) men zoekt het aan
262