De technische uitvoering wordt aan den c. der afd. M. overgelaten. 153 (1) De pel.c. als regel bij den B. C. De sie.c. als regel bij zijn sie. 154. Heeft c. mitr. afd. geen bepaalde opdracht of behoeft hij op het oogenblik niet te vuren en biedt de vy. kortston dige, zichtbare doelen, waarop hij veel uitwerking kan verwachten, dan kan hij, indien tevoren reeds door zijn ajdeeling was gevuurd, zoodat mag worden aangenomen dat de plaats daarvan voor den vy. niet meer onbekend is, op eigen gezag die doelen bevuren. Maar eerst overwegen loont het resultaat de munitie Wenscht de B.C. dat de mitrs. uitsluitend vuren ter vol doening aan de opdracht, dan dit uitdrukken in het bevel. 155. Aan verzoeken om beveiliging der mitrs. steeds voldoen. 156. Aan verzoeken om hulp en aanvulling steeds voldoen. HUN FEITELIJK GEBRUIK. 157 e.v. 1. zij kunnen bij terreinwinnen inf. het vuur op middel bare afstn. openen. 2. bij voorkeur echter zoo laat mogelijk en echarpeerend of enfileerend, zoo mogelijk uit domineerende op stelling. 3. vuuropening zoo mogelijk verrassend. 4. krachtig vuur volhouden tot doel is verdwenen of vernietigd. 160. Kan men de inf. steunen tot op het laatste oogenblik voor den stormaanval uit opstelling op niet grooter af stand dan 700 a 800 M., dan mag niet van stelling ver anderd worden om afstand te verkleinen. 161. In de diepte echelonneeren. 162. Voorbereidend vuur voor den stormaanvalz.v.m. mitrs. doen deelnemen. (2) Het kan noodig zijn sien. mitrs. van afdn. in eerste lijn tot in de vuurlinie te doen oprukken, wanneer zij op geen andere wijze den stormaanval kunnen steunen. Nadeelig, ook voor de neventroepen (lokken vuur uit). 163. Wordt bij den stormaanval vuur gemaskeerd dan zwijgen. 164. Bij doordringen zoo snel mogelijk mitrs. doen oprukken. Bij gedeeltelijken tegenslag vuur concentreeren op die gedeelten vy., welke nog stand houden. Komt de geheele aanval tot staan dan allen onmiddellijk vuur openen, opdat eigen troepen zich kunnen vastzetten en om tegenaanvallen te verhinderen. 275

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 41