DE VERDEDIGING.
175. De automatische wapens worden bij voorkeur flankeerend
opgesteld.
178. Hetgeen bij den aanval werd aangegeven, geldt in het
algemeen ook voor de verdediging.
179. Niet ontijdig verraden opstellen in mitr. nesten.
180. Vuur op groote en middelbare afstanden kan onder be
paalde omstandigheden van voordeel zijn.
Daartoe uit verschillende sectieopstellingen het vuur
concentreeren op het doel.
Maar dit vuur in beginsel niet afgeven uit opstellingen,
waaruit verrassend moet worden gevuurd.
182. Plaats als regel achter de voorste secties echelonnee-
ring in de diepte.
Op niet aangeleunde vleugel is opst. van mitr. van belang.
183. Vuur met indirecte richting alleen indien daarmede aan
merkelijke voordeelen te behalen zijn.
185. Bij doordringen van vijand alle mitr. in nabijheid vuur
concentreeren op vy. ter voorbereiding van de onmiddel
lijk volgende tegenaanvallen.
186. Bij terugtocht: mitr. houden vervolger op afstand; hierbij
vooral opst. in de diepte.
Bij gedragen vervoer der laatste mitrs. moeten de laatste
troepen helpen.
187. Mitrs. kunnen zeer nuttig zijn bij afslaan aanvallen bij
duisternis
goed voorbereid kan dit vuur zeer juist zijn.
HET VUURPLAN. (Zie aanhangsel).
4. Hoofdzaak is een ondoorschrijdbaar vuurscherm van inf.
vuur in een doorloopende strook van 0-300 M a 500 M.
voor de voorste verdedigingslijn of bij kleiner schoots
veld over de diepte daarvan.
7 (3) De cn. van de toegevoegde m.afdn. stellen overeen
komstig de ontvangen opdrachten een schets samen
opstellingsplaats, vuurstrook met vuurhorizon, de onbe-
streken gedeelten, vuren bij duisternis en slecht zicht
af te geven, mitrs. bestemd voor bestrijden van vy. vltn.
VUURBASIS EN VUUR-ECHELON (uit een artikel van Kapt.
v. d. Heem in M. S. April '32)
Men verstaat onder vuurbasis het samenstel van infanterie-
vuurorganen, voornml. uit zware M. en voorts uit Inf. geschut
276