Men mag hier tegenwerpen dat wij ons buiten het bestek der Indische begrooting begeven. Dit is juist, maar dat achten wij bij de behandeling van een algemeen defensie-vraagstuk geen over wegend bezwaar. Mocht met een luchtmacht voor Ned.-Indië ver betering der defensie, of bezuiniging op de totale defensie-kosten van Nederland en koloniën zonder verzwakking der defensie, kun nen worden bereikt, dan zal dit hoogstens een aanleiding kunnen wezen om niet een koloniale, doch een imperiale luchtmacht in het leven te roepen. Maar indien ook bij een diepgaande reorganisatie van leger en marine, desondanks de bedragen welke voor een luchtmacht ver- eischt zijn, onvindbaar blijken, of zelfs indien deze luchtmacht bezuiniging uit zou sluiten, dan halen wij op grond dezer financiëele overwegingen bakzeil met onze verlangens ten aanzien eener lucht macht, tot tijd en wijle de financiëele aspecten zich hebben gewij zigd. Na aldus den last van het door dhr. H. op onze schouders ge stapelde cijfermateriaal voorloopig te hebben afgewenteld, zullen we een andere zijde van het vraagstuk beschouwen. Het was de dalende tendenz der defensie-begrootingen, en de daaruit voor leger en vloot te verwachten inkrimpingen, welke, naast mogelijke bezuiniging, ons aanleiding gaf de aandacht te vragen voor de waarde eener luchtmacht voor de Indische defensie. Daarbij werd stilzwijgend aangenomen, dat de geschiktheid van het leger voor zijn primaire taak te allen tijde voorop blijft gesteld. Ten aanzien van de B.V. taak schemert steeds de opvatting door, dat wij bij het betrokken worden in een conflict waarschijnlijk spoedig op een sterken bondgenoot mogen rekenen, die onze taak aanzienlijk zal verlichten. Ook de theorie over het te verwachten rendement onzer vloot is daar gedeeltelijk op gebaseerd. Een defensie-systeem, dat om volledig tot zijn recht te komen vertrouwt op den waarschijnlijken steun van een bondgenoot, is, ook al stelt dit grootere resultaten in het uitzicht, minder reëel dan een systeem, dat geheel berust op eigen kracht, ook al is de doelstelling van dit laatste beperkter. En dit laatste komt nu door luchtmacht binnen ons financieel bereik. Tot de grootere resultaten welke ons huidig marinematerieel onder gunstige omstandigheden mogelijk maakt, behoort de han delsoorlog. De omstandigheid, dat de vloten der groote mogend heden op deze oorlogsmethode zijn ingesteld, behoeft voor een kleine mogendheid evenwel niet mede te brengen, dat dit voor haar ook een onmisbare doelstelling is, althans in zijn algemeenheid. Voor bemoeilijking van het olietransport, nadat ev. een onzer olie havens in vijandelijke handen mocht zijn overgegaan, kunnen ook jagers, hulpkruisers en vliegtuigen worden gebezigd, zij het met geringere resultaten. Inderdaad zal het dan mogelijk zijn, dat onze jagers voor met zwaarder geschut bewapende hulpkruisers het veld zullen moeten ruimen. 281

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 47