de normale verhoudingen, waarin de menschen in de gewone maat
schappij tegenover elkaar staan dat dit bijzondere hem niet
toekomt als mensch, maar alleen en uitsluitend als officier.
De roeping is soldaten vormen. Dit geschiedt niet alleen door
hen aan krijgstucht, orde en zindelijkheid te gewennen, door het
gebruik hunner wapens te leeren, maar ook en vooral door hen met
een echt militairen geest te bezielen. Deze geest wordt niet eens
klaps geboren, hij moet aangekweekt worden door het opwekken
van eergevoel, moed, dapperheid en zelfverloochening.
Acht het eergevoel en de krijgstucht van uw minderen hoog en
zorg, dat gij het nimmer nuttelloos kwetst, want dat zou een onver
antwoordelijk misbruiken van uw gezag zijn.
Regels voor meerderen.
De mindere dient niet u, gij niet uw chefgij allen dient het
Gouvernement en gehoorzaamt aan zijn wetten.
Kom op voor eigen rechten, maar ook voor die van uw onder
geschikten. Waak tegen onrecht.
Leg niet aan een mindere een taak of een verantwoordelijkheid
op, indien gij zelf daartoe geen kans zoudt zien."
Opleiding medicus.
Bezien wij nu de opleiding van den medicus. Wanneer men
den invloed daarvan op den persoon nagaat, dan valt het op,
dat vele eigenschappen, die bij den militair aangekweekt worden,
zich ook bij den medicus ontwikkelen. Als zoodanig noem ik
flinkheid, kortdaatheid, plichtsbetrachting, verantwoordelijkheid,
initiatief, ja zelfs gehoorzaamheid, tucht en zelfopoffering. Ook
van oudsher heeft de medicus zeer terecht den naam de eer hoog
te houden. Wij allen weten, wat er van den medicus aan flink
heid, snel handelen, initiatief gevraagd wordt. Wij zijn vaak ver
antwoordelijk voor het leven van onze medemenschen. Vele malen
moeten wij in een korten tijd beslissen of een operatie noodzake
lijk is. Ik denk hierbij ook aan de obstetrie met haar snel ingrijpen.
Dat het vak van medicus er een is van opoffering zal men mede
met mij eens moeten zijn. De gehoorzaamheid en tucht eischen
echter nadere toelichting. En toch zijn deze bij den medicus sterk
ontwikkeld. Hoevelen van ons hebben het niet meegemaakt, dat ze
doodmoe van een dag hard werken er 's nachts weer uitgeroepen
werden. Er is een sterk gevoel van gehoorzaamheid aan zijn
roeping en van zelftucht noodig om de gevoelens van onlust, die
den medicus dan meermalen bekruipen te overwinnen. Wanneer
wij dan dien nacht aan het bed van den zieke komen en het blijkt
een niet ernstige aandoening te zijn, doch de angst van den patiënt
of diens omgeving was het, die ons deed roepen, dan weet ieder
onzer, dat er een sterk beroep gedaan wordt op onze zelftucht.
292