301
gewenscht acht (Positie Br. Indië). Echter zullen dergelijke overwegingen bij
het Australische probleem wel op den achtergrond treden. Voor de Ver.
Staten moet momenteel een oorlog met Japan bovendien hoogst ongewenscht
worden geacht, omdat deze ongetwijfeld het verlies van de koloniën, het
verkeer met China en den uitermate belangrijken handel op dit rijk ten
gevolge heeft.
Zeer juist kenschetst S. Japan's positie en politiek, waar hij zegt, dat Japan
eerst met aanspraken op de Australische kolonisatiegebieden voor den dag
zal komen, wanneer het tijdstip daartoe gunstig voorkomt, hetgeen b.v. het
geval zou kunnen zijn, wanneer dit rijk zijn positie op het Aziatische vasteland
afdoende verzekerd zou kunnen achten. Tot dusverre tracht Japan in Australië
slechts een zekere economische positie in te nemen en het doet dit met succes.
Echter tracht men ook hier den Jap. invoer te beperken door heffing van
bijzondere douane- en andere rechten. „Man darf aber den Schlusz ziehen,
„dasz die Wahrscheinlichkeit einer bewaffneten Lösung umso gröszer ist, je
„scharfer sich ein weiterer Einfuhrwiderstand aufbauen wird." En dan zal
Japan, zooals het immer deed, verrassend en overvallend handelen.
Een gewelddadige ontsluiting van Australië voor Japan beteekent onte
genzeggelijk het verlies van dit werelddeel voor het blanke ras. Dit gevaar
zou een samengaan van de betrokken blanke naties tegenover Japan kunnen
bevorderen, waartegenover echter de Japansche pogingen dienen te worden
gememoreerd tot het vormen van een Groot-Aziatische gemeenschap.
Schr. besluit met de volgende woorden „Die beiden gegenwartig laufen-
„den, gegen das Inselreich (Japan) gerichteten AktionenBesiedlung Aus-
„traliens durch Weisze nach den Planen des Premiers Lyons und die Einigung
„zwischen den japanischen Klammern USA. und Ruszland werden Japans
„Entschlüsse beeinflussen. Die militarischen Vorbereitungen Ruszlands im
„Femen Osten sowie seine friedlichen Abgrenzungen nach allen Fronten in
„Form von Nichtangriffspakten zeigen den Ernst der Lage an."
N.o.m. heeft S., die in een helder betoog de groote beteekenis van Australië
in het wereldbestel tot uitdrukking brengt, het vraagstuk van een mogelijk
conflict tusschen Japan en Australië van een te eng standpunt bezien. Inder
daad beteekent het verlies van Australië voor Engeland het opgeven van
zijn wereldpositie doch wij willen hierbij onmiddellijk aanteekenen, dat een
Japansche agressie tegen Australië moeilijk denkbaar is met een moderne
vlootbasis als Singapore op de flank, zoodat aan het verlies van Australië
door Engeland een opgeven van de positie in Oost-Azië moet voorafgaan.
Evenals bijna ieder vraagstuk in den Pacific moet dit ook worden be
schouwd van een algemeen standpunt uit en dan komt ons een actie, zooals
S. die aanroert, moeilijk denkbaar voor.
Aangeteekend wordt nog, dat Australië ernstig den bouw van een oorlogs
haven te Port-Darwin overweegt, terwijl allerwegen de Austr. pers pro
paganda maakt voor vloot- en legeruitbreiding.
Japan schijnt versterkingen aan te leggen op de Marianen, Karolinen,
Marshalls- en Pelew eilanden, terwijl de V.St de aanwezige versterkingen op
de Philippijnen en te Hawaï zouden vernieuwen.
„British Interests in China". Over dit onderwerp hield eenigen tijd
geleden Admiraal Sir W.A. Howard Kelly, tot voor kort Commander in Chief
in China, een voordracht voor The Royal United Service Institution. Het is
niet de bedoeling, een kort resumé te geven van hetgeen werd behandeld,
doch wij willen volstaan met enkele bijzonderheden, welke mogelijk het
inzicht in de verwarde situaties in China verhelderen, te vermelden. In de
eerste plaats de zg. „War Lords", zooals spreker de tallooze generaals
betitelt, die als het ware een in zekeren zin absoluut gezag uitoefenen in de
verschillende provincies en districten. Ten gevolge van het ontbreken van
het noodige burgerlijk gezag sinds de revolutie, is het bestuur practisch in
handen van een aantal militairen overgegaan. Daardoor werd, aldus spr.,