313 b. bergartillerie, te gebruiken in wegenarme terreinen en in streken, welke voor auto's moeilijkheden opleveren e. gemotoriseerde artillerie (met tractors „tous terrains"), in enkele centra in garnizoen, vanwaar langs het bestaande wegennet gemakkelijk het geheele gebied moet kunnen worden bereikt. Wij willen dit uittreksel besluiten met de volgende, uit het artikel over genomen zinsnede „C'est qu'aux colonies, plus qu'en France peut-être, le canon est pour „l'Européen l'ultima ratio regum, qui réduit, par ses effets autant moraux „que matériels, les dernières velléités de résistance d'un adversaire primitif. „Peut-on prévoir qu'il n'en sera plus ainsi dans l'avenir II est a prévoir, „au contraire, que nos adversaires éventuels aux colonies sauront de mieux „en mieux se procurer des armes modernes dont ils tireront le meilleur „rendement. Ils deviendront de plus en plus habiles a se camoufler contre „l'aviation. Ils apprendront, enfin, a s'organiser défensivement dans les „retranchements dont les armes automatiques seules ne sauraient venir „a bout." il faudra avant tout pouvoir mettre en oeuvre une artillerie „essentiellement mobile. Cette artillerie existe c'est l'artillerie a tracteurs „tous terrains, capable de longs déplacements et de mises en batterie faciles „et rapides." „Considerations sur l'artillerie en montagne". (Revue d'Infanterie, Jan. '34). Lt.-Kol. Desrousseaux behandelt in een beknopte studie onder bovenstaan- den titel het doel en de taak van de bergartillerie en de wijze, waarop dit wapen deze laatste vervult. Schr. vangt zijn artikel aan met een pleidooi voor een goede samenwerking met de infanterie, inzonderheid voor de „artillerie d'appui direct", welke samenwerking niet beperkt dient te blijven tot een „liaison d'affaires" met behulp van een telefoon, doch het karakter dient te dragen van „une liaison effective et cordiale qui comporte des „visites, des échanges d'idées, d'amicales discussions, bref, une liaison de „bon voisinage." Dit laatste zal in het gebergte vaak zeer moeilijk zijn hier staat de artillerist voor een eerste probleem, nl. dat der mobiliteit. Daarnaast doet zich het tweede vraagstuk voor, nl. dat betreffende het schieten. Het is niet voldoende, indien men de stukken, met hoeveel moeite ook, ergens in stelling brengt, doch uit deze stelling moet tevens kunnen worden geschoten, ten einde te voorkomen, dat b.v. aan den infanteriecdt. moet worden gemeld, dat er niet beneden de 4.000 M. steun kan worden verleend. Mobiliteit. S. onderscheidt voor de verplaatsing van art. in het gebergte paardenpaden, karrewegen en groote wegen. Op de groote wegen verdringt de motor het paard de auto zal daar, met name voor de aanvulling, van het grootste belang zijn. Ten aanzien van het gebruik van karrewegen is S. niet erg optimistisch. Hij betwijfelt, of het wel mogelijk zal zijn, in vele gevallen voor het transport van het materieel van 75 mm. op deze wegen te rekenen. Gewezen wordt op het groote voordeel, dat het gebruik van verdeelbaar materieel biedt dit zou dan op enkele lichte karretjes kunnen worden geladen en op die wijze verder vervoerd. Ten slotte het paardenpad (sentier muletier), dat in het algemeen slechts bruikbaar is voor gedragen artillerie. S. geeft een overzicht van het tot dusverre meest gebruikte materieel, zoomede enkele bijzonderheden betref fende de moeilijkheden bij het in stelling komen, welke geen nadere ver melding behoeven. S. wijst op de groote moeilijkheden inzake de munitievoorziening en verlangt dat in de nabijheid der wegen, zoo dicht mogelijk bij de batterijen, kleine tijdelijke depots worden opgericht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 79