315 reserve dan wel uit andere organisaties noodzakelijk acht. Tevens vestigen wij de aandacht op een overeenkomstige tendenz bij sommige Fransche schrijvers, die streven naar een eenheidsvuurmond van ongeveer 105 mm. verwezen wordt daartoe naar de I.M.T.'s van Nov. en Dec. 1933 en Jan. 1934. „Technischer Rundblick". Obert a. D. Blümner bespreekt in deze rubriek wederom verschillende toepassingen uit de techniek. Ten aanzien van het „korte-golf zend-ontvangstation" merkt deze schr. het volgende op. Dit station blijkt in den strijd in het gebergte een meer en meer onmisbaar verbindingsmiddel te zijn. In Frankrijk werd het bij een oefening in de Pyreneeën met veel succes toegepast. Met een golflengte van 42.19 M. en een zendsterkte van 5 watt kon over een afstand van 150 K.M. een zeer goede verbinding over en weer worden ingesteld en onderhouden. In de Ver. Staten van N. A. bezitten alle staven van de actieve afdeelingen veld-artille- rie radiostations, zoomede een op marsch te gebruiken apparaat, dat door middel van met de hand opgewekte energie werktvooral voor de verbin ding tusschen waarnemingspost en batterij is dit toestel van zeer veel waarde. De invoering van het kortegolf-station is ook ten aanzien van de verbinding infanterie-artillerie van zeer groote beteekenis gebleken. De artillerie-ver- bindingsafdeelingen zijn bovendien uitgerust met zendinrichtingen, welke op pakpaarden worden vervoerd, zoodat de door de infanterie verlangde vuren veel sneller dan voorheen ten uitvoer kunnen worden gelegd. Van het oogenblik af, dat de doelaanduiding aan den artillerie-verbindingsofficier wordt medegedeeld, tot aan het afgeven van het vuur zouden hoogstens 5 minuten verloopen, terwijl voor het afgeven van een concentratie-vuur met 1 afdeeling hoogstens op 10 minuten wordt gerekend. Uiteraard is gebruik van een vuurleidingscode hierbij noodzakelijk. „Meldegeschosse". In Frankrijk wordt met succes gebruik gemaakt van een speciaal projectiel van 37 mm., ten einde daarmede berichten over te brengen. Behalve de mededeeling, dat door een bijzonderen rookvormer de plaats van het projectiel wordt aangeduid, weet S. nog weinig bijzonderheden te ver melden. „Maschinenpistole". Dit wapen schijnt zich ten behoeve van den strijd op korten afstand, zeer gunstig te ontwikkelen. Men moet reeds overwegen, de artillerie, de verbindingsafdeelingen, zoomede de treinen met dit wapen uit te rusten, ter vervanging van de voor de uitoefening van den dienst zoo lastige karabijnen. Een mitrailleurspistool van 9 mm. weegt slechts 3.9 K.G. zonder en 4.15 K.G. met bajonet. Het magazijn met 32 patronen weegt 630 Gr. MüncLungsbremsenDoor toepassing hiervan tracht men het rendement van een vuurmond te verhoogen. De Zweedsche wapenfabriek Bofors heeft een mondingsrem weten te construeeren, welke het rendement met 22 verhoogt. Het instrument is afneembaar en weegt slechts 25.4 K.G. Het is niet bekend, in hoeverre het geluid van het schot, zoomede het mondingsvuur er door worden ondervangen. Wel algemeen schijnt bij de wapenconstructeurs een streven te bestaan een oplossing te verkrijgen, ten einde het geluid van het schot weg te nemen. Wil men de dagbladen gelooven, dan zou een Japan ner Rikagaku er in geslaagd zijn, een volkomen geluidloos schietenden mitrailleur te construeeren. Dit wapen zou tevens, door gebruik te maken van andere dan de gebruikelijke voortdrijvende gassen, een vuursnelheid van 6.000 sch. per minuut bezitten. „Gerduschlose Flugzeugmotoren". In Engeland zou men er in geslaagd zijn een tweetal vliegtuigen te construeeren, voorzien van geluidlooze mo toren. Indien dit juist is, zal de bestrijijding van het vliegtuig in de toekomst zich voor zeer groote moeilijkheden zien geplaatst. Landkarten aus Gummi". Wil men de berichten gelooven, dan moet het in Duitschland gelukt zijn kaarten af te drukken op zeer dun rubber, welke zich als zeer duurzaam deden kennen. Zij zijn absoluut bestand tegen vocht en regen, terwijl ook het vouwen geen beschadiging veroorzaakt. (Mil. Wochenblatt No. 23 van 18 Dec. 1933).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 81