316
„Wichtiges aus fremden Heeren." Deze rubriek van hetzelfde tijdschrift
bevat een serie gegevens omtrent de Italiaansche artillerie, waarvan wij enkele
van de meest belangrijke willen overnemen.
De artillerie van het Italiaansche leger bestaat uit 66 regimenten, o.a.
30 regtn.veldart. a 4 afdn., ieder van 3 batterijen,
12 regtn. zware veldart., 10 regtn. zware art., 3 regtn. bergart., 1 regt.
lichte- en 1 regt. rijdende art.
Ten aanzien van de tractie wordt vermeld, dat het infanteriegeschut, het
berggeschut, zoomede een vierde gedeelte van de veldartillerie op draag-
paarden worden vervoerd. De rest van de veldart., d.w.z. 22 regtn., bezit
paardentractie. De overige artillerie is gemotoriseerd, voorzoover deze uiter
aard niet aan bepaalde plaatsen gebonden is (kust- en vestinggeschut)Wan
neer men nu nog bedenkt, dat de vredessterkte van een regt.veldart. 660
paarden bedraagt en de oorlogssterkte van een af deeling rond 700 paarden,
dan blijkt hieruit wel duidelijk, welk een ruime plaats men aldaar nog aan
het paard toekent.
De veldartillerie is bewapend met
a. het kanon van 75 mm. L/27, dracht 11 K.M., marschgewicht 1750 K.G.
b. een lichten veldhouw. van 100 mm. L/17, dracht 9.5 K.M.,
c. een bergkanon van 75 mm. L/13, dracht 7.000 M., gewicht 613 K.G.
Munitie-uitrusting. De munitie-voorraad van de veldkanonnen bestaat
voor de helft uit granaten en voor de helft uit G.K.T. de houwitsers zijn
uitgerust met een vierde gedeelte G.K.T., rest G. Voor de aanvulling rekent
men bij vuurdageneen vuurdag wordt voor het veldgeschut gesteld op
250 schoten. Bij de onderdeelen worden de volgende hoeveelheden mede
gevoerd
veldkanon, in de batterij 130 sch., in de mun.kol. 140, totaal 270 sch.
bergkanon, in de batterij 140 sch., in de mun.kol. 205, totaal 345 sch.
lichte houw, in de batterij 70 sch., in de mun.kol. 85, totaal 155 sch.
In het Dec.-No. van „The Field Artillery Journal" worden de wenschen
geformuleerd, welke men voor de komende 5 jaren voor wat betreft de
artillerie zou willen zien verwezenlijkt, waarbij men zich, ten aanzien van
het benoodige materieel, stelt op de door den Caliber Board geuite desiderata.
Deze laatste werden reeds bereikt dan wel overschreden t.a.v. het geschut
van 75 mm. (veldkanon), 105 mm. (houwitser), 155 mm. (kanon), 200 mm.
(houwitser) en 75 mm. (berghouwitser)
Met betrekking tot het materieel en de munitie wordt voor de komende
5 jaren gewenscht
a. Een volledige uitwerking van de voorstellen van den Cal. Board
t.a.v. het geschut van 194 mm. (kanon), 155 mm. (Houwitser), zoomede ten
aanzien van het begeleidende- en het anti-tankgeschut.
Oprichting van een (proef-) afdeeling artillerie, bewapend met de hier-
vorengenoemde nieuwe wapens, en voorzien van middelen, welke een snel
vervoer mogelijk maken.
Volledige standaardiseering van de munitie.
Transport. Men stelt zich op het standpunt, dat de tijd van gaan voor
het paard, als transportmiddel van het veldgeschut, aangebroken is. Van
de komende 5 jaren wordt verwacht, dat deze op het gebied van de tractie
zullen brengen een algeheele motorisatie van de veld-artillerie, met uit
zondering van de helft van de lichte artillerie van iedere divisie (De volle
consequenties van de motorisatie durft men blijkbaar nog niet geheel te
aanvaarden)
Verbindingen. Men hoopt in de eerstvolgende 5 jaren een afdoende op
lossing voor een doorloopende betrouwbare radioverbinding op marsch en
Van een „Vereinheitlichung" is in de Ver. St. blijkbaar nog geen sprake.