414 hierbij te worden, dat de positie van Japan in den Volkenbond bij een regio nale indeeling ongetwijfeld zal worden versterkt. Zooals thans de toestand is, bezitten in de Vergadering alle aangesloten leden stemrechtbovendien nemen enkele landen een bijzondere positie in, <o.a. Engeland, dat door de samenstelling van het Imperium feitelijk beschikt over een grooter aantal stemmen dan andere rijken, omdat Canada, Australië, Nw. Zeeland en Zuid-Afrika allen lid van den bond zijn. Bij een regionale indeeling zal de invloed van Japan in de Pacificsfeer veel grooter zijn dan thans, omdat in verhouding het aantal Aziatische Staten tegenover de Westersche dan belangrijk ten gunste van Japan zal zijn gewijzigd. Japan voelt de sluiting van de Ver. Staten, Canada, Nw. Zeeland en Aus tralië als een ernstige achteruitstelling van het Japansche ras, waarop het bij iedere gelegenheid terugkomt en waaraan het n.o.m. bij de eerste mogelijk heid, welke zich voordoet, een einde zal trachten te maken. De sub 4° gestelde voorwaarde wil ons voorkomen daarvan o.a. een uitvloeisel te zijn. Daarnaast is waarschijnlijk Japans streven, leider te zijn of te worden van de niet-blanke rassen in Oost-Azië aan dezen eisch evenmin vreemd. Opgemerkt wordt nog, dat Brazilië, dat tot dusverre openstond voor de Japansche emigratie en jaarlijks een groot aantal Japanners opnam, blijkens de laatste berichten, eveneens zijn grenzen heeft gesloten. Wat betreft het leiderschap van Japan van de Oost-Aziatische volkeren worde aangeteekend, dat, voor zoover uit de persberichten kan worden geconcludeerd, reeds een zekere toenadering met Siam kan worden waar genomen. Behalve de recente bezoeken van Japansche oorlogsschepen aan Siameesche havens en de geruchten omtrent het openen van een luchtlijn aldaar met Japansch kapitaal, duiken thans geregeld berichten op omtrent het graven van een kanaal door de landengte van Kra, waardoor de scheep vaartroute uit den Indischen Oceaan naar Oost-Azië aanmerkelijk zou wor den bekort. Bovendien zou men de route langs Singapore vermijden, terwijl voorts deze haven aan belang zou inboeten. Deze laatste omstandigheid, te zamen met het feit, dat genoemd Kra-kanaal geheel op Siameesch gebied zou liggen, buiten bemoeienis van Engeland en andere Europeesche staten, zou de positie van Engeland in deze streken kunnen aantasten. Hier tegenover staat, dat bedoeld kanaal zou moeten worden gegraven door een berg- of heuvelterrein, over een lengte van een 100 K.M. en uiter aard tal van sluizen zou moeten bevatten, zoodat het de vraag is, of de betrekkelijk geringe omweg langs Singapore niet goedkooper zou zijn. (De bergreeks bezit een hoogte van gemiddeld 75 a 100 M.). Bovendien ligt de ingang aan de zijde van den Indischen Oceaan in de onmiddellijke omgeving van Engelsch gebied, zoodat dit rijk desgewenscht toch de doorvaart onder zijn controle kan stellen. Art. 16 van het Pact, dat Japan blijkens de in lid 7 geformuleerde voor waarde wenscht af te schaffen, voorziet in een verbreking van alle handels- en financieele relaties met een lid, dat zich verzet tegen de in het Pact neergelegde arbitrage-verplichting. Indertijd, toen Japan zijn actie tegen China inzette, deden een kort oogenblik geruchten de ronde, dat dit artikel zou worden gehanteerd, waar Japan iedere regeling of inmenging van ande ren afwees. Begrijpelijk is dit verzet van een mogendheid, die behoefte heeft aan expansie, naar onze meening zeer zeker. Inwilliging van de sub 10 gestelde voorwaarde zou beteekenen, dat China uit den Volkenbond zou moeten treden. Deze eisch is dan ook ongetwijfeld tegen dit rijk gerichtbewilliging hiervan zou China eenigszins (of eenigs- zins meer) aan de willekeur van anderen overgeven. Ten slotte willen wij nog wijzen op het ontbreken van iedere mededeeling omtrent de Mandaatgebieden. Zooals Japan reeds meer dan eens onomwonden deed blijken, beschouwt het deze streken als Japansch gebied, welke het niet meer afstaat, ook niet, wanneer in 1935 de uittreding uit den Volkenbond een feit zal zijn geworden. Ter toelichting van Japans standpunt moge die nen, dat dit rijk van oordeel is bedoelde Mandaateilanden verkregen te heb-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 102