BIJ HET 20-JARIG BESTAAN VAN DE
LUCHTVAARTAFDEELING
door
M. BOERSTRA,
Hoofd van den Generalen Staf, tevens Inspecteur
van de Militaire Luchtvaart.
De Luchtvaartafdeeling van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch
Leger herdenkt weldra den dag, waarop zij, twintig jaar geleden,
in embryonalen vorm haar intrede deed in onze militaire organi
satie.
Zij heeft zich daarin een blijvende plaats verzekerd.
Zij kan niet meer worden gemist.
Haar onweerstaanbare groeikracht trotseert de ongunst der
tijden.
Volgroeid is zij nog nietbij lange niet
Doch zij is kerngezond en krachtig en zal tot vollen wasdom
komen.
Wanneer de Luchtvaartafdeeling den dag harer oprichting her
denkt, herdenkt zij dien en jubelt niet. Want zij gedenkt dan
tevens, en wij met haar, in dankbaarheid en eerbied hen „wier
voorbeeld ons steeds voor oogen staat", de kameraden, die vielen
in de vervulling van hun plicht daarboven
De Luchtvaartafdeeling kent den ernst van haar taak, den ernst
van haar plichten. Zij is door mannen opgebouwd en kweekt op
haar beurt mannen die, tot elk offer bereid, de escadrilles bezetten
en bezielen. Zij streefde met taaie volharding steeds naar vervol
making van haar materieel, beseffend dat vooral voor hen, die
zijn geroepen tot den strijd in de lucht, het beste nauwlijks
goed genoeg is dat het materieel, dat hun in handen wordt
gegeven, hunner waardig dient te zijn dat uitmuntend personeel
alléén nog geen waarborg voor succes is.
Slechts zij die de Luchtvaartafdeeling kennen van nabij, weten,
welk een geduchte gevechtskracht, zoo moreel als materieel, thans
in dat korps is opgehoopt Doch ook slechts zij weten, ten koste van
hoeveel zorgen en moeite dit alles is bereiktin twintig
jaren
Er is op dezen dag, voor de Luchtvaartafdeeling, niettegenstaande
alles, reden tot dankbaarheid zelfs reden, de toekomst hoopvol
in te zien. Zij gaat, en twijfele daaraan niet„Het licht tegemoet".
Bandoeng, 14 Mei 1934.
429