hebben geschitterd. De oorzaak hiervan is dat hier inderdaad de aan verstand en geest gestelde eischen zeer hoog zijn opgevoerd. Om een geheelen oorlog of zijn voornaamste daden, de veldtoch ten, tot een goed einde te brengen, behoort de veldheer een diep inzicht te hebben in de hooge staatsverhoudingen. Oorlogvoering en politiek komen hier samen en uit den veldheer ontwikkelt zich dus tevens de staatsman. Toch mag hij niet ophouden veld heer te blijven met zijn blik omvat hij aan de eene zijde alle staatkundige vraagstukken, aan de andere zijde is hij er zich nauwkeurig van bewust, wat hij kan bereiken met de middelen waarover hij beschikt. Daar de veelzijdigheid en de vage begren zing van al die vraagstukken uiteraard een groot aantal factoren in de beschouwing betrekken, welke meerendeels slechts naai de regels der waarschijnlijkheidsrekening kunnen worden bena derd, zou, indien de leider dat alles niet omvatte met den blik van een geest, die overal de waarheid aanvoelt, een warboel van beschouwingen en overwegingen ontstaan, waaruit geen con clusie meer zou zijn te trekken. Wat hier aan geesteskracht wordt geëischt zijn harmonie en verstand, opgevoerd tot een verwon derlijke geestesblik, die op zijn vlucht duizenden half duistere denkbeelden aanroert en verwerkteen chaos waarin een gewoon verstand eerst na ontzaglijk veel moeite eenig licht zou brengen, maar waaraan het door uitputting zou te gronde gaan. Toch zou deze hooge geestesarbeid, deze blik van het genie niet tot een historische gebeurtenis worden, als de gemoeds- en karaktereigenschappen hem niet ondersteunden. De sterkste im puls tot handelen krijgt de mensch steeds door gevoelens, en het krachtigste doorzettingsvermogen door de vermenging van gemoed en verstand, die men in besluitvaardigheid, standvastig heid, volhardingsvermogen en karaktersterkte heeft leeren ken nen. Als overigens deze verhoogde geestes- en gemoedswerk zaamheid van den veldheer zich niet openbaarde in het resultaat van zijn arbeid, en slechts op goed geloof zou moeten worden aangenomen, zou zij slechts zelden tot een historisch verschijnsel worden. Wat van den loop der oorlogsgebeurtenissen bekend wordt is gewoonlijk zeer eenvoudig van aard zonder veel afwisseling en iemand die volstaat met de kennisneming van het onopgesmukte verhaal, ziet daarbij niets van de moeilijkheden die moesten wor den overwonnen. Slechts nu en dan komt in de „mémoires" van veldheeren of van hunne vertrouwelingen, dan wel bij een be paald historisch onderzoek dat zich op een enkel geval heeft toe gespitst, iets aan het licht van de vele draden welke te zamen het weefsel vormden. De meeste overwegingen en innerlijke conflicten, welke aan een belangrijke actie voorafgaan, worden meestal opzettelijk verborgen omdat zij politieke belangen raken, of gaan verloren omdat men ze als eenvoudig steigerwerk be- 945

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 15