qu'elle ordonnat l'expulsion du bourreau d'Arlon"meer was niet mogelijk. Ik heb bij dit feit wat langer stilgestaan omdat het zoo'n typee rend beeld geeft van de Duitsche opvatting omtrent wat al dan niet toelaatbaar is in den oorlog. Hunne leerstelling, dat alle i,idealistische Bestrebungen" uit de oorlogsgebruiken behooren te worden geweerd, had er hen reeds toe gebracht om in punt 452 van de Felddienstordnung op te nemen: „Milde und Nachsicht an falscher Stelle können zur Harte gegen die eigene Truppe werden" eene opwekking, welke het Duitsche karakter blijkens de 4934 in België gefusilleerde burgers nauwelijks behoefde Heb ik dus langen tijd gemeend, dat Grasset in zijne beschul digingen te veel generaliseerde, zoo wil ik thans graag mijn ongelijk bekennen. En ik kan mij thans ook het hevige verzet begrijpen van de bevolking van Dinant, waar het betrof (u heeft het korte lings in de kranten kunnen lezen) om in een op een monument aan te brengen opschrift de benaming „barbares" voor de Duit- schers niet op te nemen, omdat die kwetsend zoude zijn voor een natie, met welke men vriendschappelijke betrekkingen onder hield en het is bij „barbares" gebleven. Wat volkomen verklaar baar is als men het drama van Dinant heeft leeren kennen en den Mur Bouille heeft gezien. V. Ethe. 1) (Zie Grasset, en de Bijlagen 19 t/m 24). Gij hebt allen wel het drama van BLEID ETHE VIRTON gelezen, dat Grasset in zijn beide boeken zoo mooi beschrijftde strijd waarbij het Fransche 4 C.A. in een ontmoetingsgevecht kwam met het Duitsche V A.K. en een brigade van het XIII A.K. Ik zal trachten ook van dezen strijd eenige punten wat nader te belichten, waartoe ik in de eerste plaats kies de actie van de Fransche korpscavalerie, het 14 Rég. Hussards. Mij, en waarschijnlijk velen met mij, heeft het altijd zoo bijzon der getroffen, dat de wnd. reg.C., de sedert 17 Augustus 1914 als zoodanig opgetreden Overste De Hauteclocque, die als een der beste stafofficieren bekend stond en voor wien een schitterende carrière scheen weggelegd, op 22 Augustus 1914 „oogenschijnlijk" zoo volkomen heeft kunnen falen. Dat begon reeds bij den afmarsch der huzaren, die vóór het 4 C.A. uit in de richting van ARLON zouden ophelderen, en daartoe te 4.00 uit hunne kwartieren van ST. MARD en CHENOIS zouden afmarcheeren, om via LATOUR naar ETHE te marcheeren, en dan 334 b Waar velen evenals ik tot voor kort niet zullen weten hoe men dezen naam moet uitspreken, moge dienen, dat men ter plaatse ETHE uit spreekt als de „èt" van „hij zèt wat" (hij zegt wat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 16