En hiermede heeft Grasset den spijker op den kop geslagen en op
juiste wijze verklaard, hoe een zoo knap tacticus en goed cavalerie-
aanvoerder als de Overste De Hauteclocque, is kunnen komen tot
een charge, waarbij aan geen enkele voorwaarde werd voldaan,
welke kans op slagen kan bieden van verrassing van den vijand
kon geen sprake zijn omdat de opmarsch door de tunnel dit on
mogelijk maakte, terwijl ook het terrein ten N. van de tunnel voor
een charge op den op korten afstand genestelden vijand te eenen-
male ongeschikt was.
Zooals bekend ging het regiment in marschcolonne, met getrok
ken sabels, in draf de tunnel onder de spoorbaan door, tegenover
de op 200 meter ten N. van de tunnel in stelling liggende gedeelten
van het Duitsche 50 Inf.R.
In de Bijlagen 23 en 24 nu heb ik van deze tunnel een paar
beeldjes toegevoegd, waaruit men zich de situatie goed kan voor
stellen. Beide opnamen zijn van Z. naar N. gemaaktop Bijlage
23 ziet men den tunnelingang, waar het ruiter regiment, onder 's
vijands vuur, in marschcolonne doorheengeperst moest worden,
terwijl aan den N. uitgang de weg haaks linksom slaat. Bijlage
24 geeft den Noordelijken tunneluitgang en het terrein naar het
Noorden een vrij diep ravijn steekt van het sparrenboschje aan
den horizon naar het Zuidoosten uiten bij dat boschje
lag de Duitsche 1-III-50 I.R. in stelling op nog geen 200 m. afstand
van den tunneluitgang, terwijl de mist langzamerhand optrok
Een beschouwing van de beeldjes zal omtrent het lot dat deze
charge beschoren moest zijn wel geen twijfel overlaten
Maar, belangrijker is de beantwoording van de vraag hoe kan
een man van zoo uitstekende kwaliteiten als de Overste De Haute
clocque komen tot een zóó volkomen foute tactische handeling
Ik wees er reeds op, dat Grasset er terecht den nadruk op legt,
dat de Overste De H. „moreel in de knoei zat", zoodat het psycholo
gisch verklaarbaar is, hoe hij komt tot het besluit„Beter iets
doen, hoe ondoelmatig het wellicht ook zij, dan nóg langer nut
teloos wachten en in den weg loopen". En al zijn mij de omstandig
heden waaronder de Overste De H. diende (bijv. zijn verhouding
tot de staven) niet bekend, toch zijn er aanwijzingen te over, dat
Grasset's indicatie juist moet zijn.
Het 14 R. Huss. was een regiment met een reputatie dat in de
grensgevechten al zóó krachtig was opgetreden, dat het zich den
mij overigens niet prettig in de ooren klinkenden eerenaam
van „les bouchers bleus" had verworven. Op 21 Augustus 1914
was het succes van het regiment echter zeer gering geweest. Het
had tot taak „éclairer le front de marche au nord de la CHIERS
„dans la région ETHE VIRTON ROBELMONT et pousser
„des reconnaissances dans la direction de BELLEFONTAINE et
,,d'ETALLE, au nord du masque dangereux des bois de VIRTON";
en het had die taak op geen enkel punt kunnen volbrengen, door
337