Ad b en c. Als men de bijlage 26 goed bestudeert valt al dadelijk op, welk een eigenaardigen vorm het terrein ten N. en ten W. van VIRTON vertoont. Ten Noorden van het stadje loopt de weg, zooals ik reeds aangaf, over een vrij breed plateau, dat naar het Oosten vrij steil afvalt naar het BOIS DE VIRTON en naar het Noord oosten door een vrij smallen rug met den boschingang is ver bonden. Naar het Noorden en Noordwesten daalt het genoemde plateau steil naar ROBELMONT, terwijl het naar het Westen niet alleen scherp daalt naar den weg DAMPICOURT HOUDRIGNY MEIX, maar in het midden nog weer wordt onderbroken door een fiksch ravijn, het Ravin de la Patte d'Oie de „ganzepoot", die met het kniegewricht beginnende bij het hoofdstation VirtonSt. Mard zijn zwemvliesteenen naar het Noorden uitspreidt. Deze terreinsomstandigheid geeft de verklaring van de door mij ad b en c gestelde vragen. De Duitsche IX Div. Fusz.Art.sterk 12 batns en 88 vuur monden, streden den ganschen dag tegen de Fransche 8 Div 3 Div. (min 1 gterk 3Q batns en 144 vuur_ batn),91R.I.-4Div.,korpsart.-2 mond C.A. en 6 battn.-korpsart. 4 C.A. en hebben toch zij 't dan met moeite den toestand zoodanig weten te beheerschen, dat zij niet alleen de Franschen 3 maal zoo veel verliezen toebrachten als zij zelf leden, doch nog zooveel respect hebben weten af te dwingen, dat de Fransche leiding er zich op meende te kunnen laten voorstaan, „que la bataille était indécise Grasset, blz. 178. In den vroegen morgen hebben de voorste twee regimenten van de IX Div. (7 Gren. R. en 154 I. R.) na een harden strijd, waarbij zij profiteerden van toevallige terreinsomstandigheden (zie ad. a.), het plateau van BELLEVUE vermeesterd, waarbij zij de Fransche voorposten batns. en het voorhoederegiment zwa re verliezen toebrachten. Na het bezetten van de zeer sterke stel ling 305295280265 (verder ging hun opdracht niet) hebben zij zich daarin den ganschen dag kunnen handhaven en het is de Fransche 8 Div. niet gelukt om uit het dal van de TON het pla teau N. van VIRTON in bezit te nemen. De deelen van het 2 C.A. (zie Bijlage E bij het artikel in I.M.T. 1932 No. 10), die naar het Noorden (BELLEFONTAINE) mar cheerden langs den weg VILLERS LA LOUEHOUDRIGNY 345 vooral de dalende tak van de vrij de Westelijke en Noordwestelijke maaide, en daar al was dat de hevig huis hield. gekromde Chassepot-baan over hellingen rondom het kerkhof bedoeling der schutters niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 27