met kozakken in gevecht en bereikten het bruggenhoofd eerst den
volgenden middag.
De stormcompagnie kon voor de helft op buitgemaakte voer
tuigen langs de N. kust volgen hierbij was de mitrailleur-sectie.
De andere bereikte eerst 's nachts, met de teruggezonden voertui
gen Orissar.
De eigen mitrailleur-compagnie (van het tweede wielrijders
bataljon) kon zonder voertuigen niet volgen en kwam ook eerst
den volgenden dag aan.
In den avond van den landingsdag werd het bruggenhoofd der
halve bezet door 4 wielrijders-compagnieën en Vz stormcompagnie
met mitrailleur-sectie. Drie der compagnieën werden, front naar
het Z.W., opgesteld in voorste lijn, de vierde ter afsluiting van den
dam. Een poging om dezen te overschrijden, door patrouilles ge-
durende den nacht, mislukte door vijandelijk vuur.
Bij de bezetting van het bruggenhoofd vielen 150 Russen in
handen van de wielrijders. Later werden nog eenige vrachtauto s
komende van Arensburg, vermeesterd één bevatte de krijgskas
met tweehonderd duizend roebel.
De flottille had intusschen in de Soëla Sond een doorgang van
5V2 M. diepte gevonden, voldoende voor klein materieel. Nog
eenmaal zocht de Toffri batterij het werk te hinderen, maar zij
werd snel en thans afdoende door het vuur der oorlogsschepen
tot zwijgen gebracht. Nog in den voormiddag werd een landings(-
afdeeling op Dagö aan wal gezet, die de 4 stuks 12 cm. kanonnen
bij Toffri liet springen.
Intusschen bleek de gevonden vaargeul smal en er ontstond
veel bodem-averij. Om 9.30 v.m. had de flottille een ontmoe
ting met Russische jagers en moest terugtrekken, gedekt door het
vuur van de Emden. De taak van de flottille was inderdaad zeer
moeilijk, want de grootere schepen konden niet volgen en naarmate
men de Kleine Sond naderde nam de afstand tot die grootere
schepen toe de Russen daarentegen vonden hoe langer hoe meer
steun aan hun vloot in de Mo on-Sond. Eerst in den middag,
met steun van de flottille, die Papensholm had beschoten, werd
de onderneming opnieuw beproefd.
Om 2 n.m. werd voorwaarts gegaan. Wederom raakte de flot
tille onder vuur van 4 jagers en een kanonneerboot, doch deze
werden in O. richting teruggedreven. Om 3 uur werd vuur ont
vangen van de zware artillerie uit de Moon-Sond, zoodat ten
slotte moest worden teruggegaan, zonder de Kleine Sond te heb
ben bereikt. Voor den volgenden dag werden versterkingen opge
roepen.
Om een overzicht te verkrijgen van de bereikte objecten van
het geheel, diene schets 3.
Verdere actie op Oesel. Het verdere verloop van de verovering
van dit eiland is op zichzelf heel interessant, maar voor de hiei te
958