2. HET BEPALEN VAN MINIMUM AFSTANDEN J)
door
v. M.,
Cadet-Sergeant.
De minimum afstand wordt in de practijk globaal bepaald met
behulp van de formule T R t r ook kan men den minimum
afstand en de onbestreken ruimte bepalen met behulp van een
grafiek volgens H.S.A. bijlage VI.
In het volgende wordt een methode uitgewerkt om met behulp
van een grafiek en een nomogram snel den minimum afstand op de
kaart te bepalen.
Beschouwen wij in de eerste plaats de grafiek. Langs de X-as
zijn de afstanden in 100-tallen van meters uitgezet (2 cm.
1000 m.), de Y-as is verdeeld in °/oo, waarbij 1 cm.=20°/oo
De kromme <p is geconstrueerd met behulp van de schootstafel
en geeft den richthoek in °/oo behoorende bij bepaalde afstanden
weer. Op dezelfde wijze geeft de kromme tg i den invalshoek in
°/oo weer. Op onderlinge afstanden van 10°/Oo zijn krommen gecon
strueerd gelijkvormig met de richthoekkromme.
Het nomogram geeft het verband weer tusschen den invalshoek,
het verschil in hoogte in meters tusschen opstellingsplaats-direc-
tiestuk en doelenterrein, Vh en het verschil in dracht op het ho
rizontale vlak (door de batterij) en op het terrein, dS. Het eind
punt der baan wordt hierbij als recht verondersteld. De fout die
hiermee gemaakt wordt is van weinig belang, daar de minimum
afstand altijd iets kleiner zal zijn, dan de op deze wijze bepaalde
(zie fig. 1)
Het nomogram is als volgt berekend. We gaan uit van de verge
lijking tg. i (in %o) Vh dS of Vh dS. tg i log Vh log
dS log tg i.
De functievergelijking van het te construeeren nomogram is
dus fi f2 f3;
die overeen komt met het typedrie evenwijdige schaaldragers
de verdeelingen zijn logarithmisch en na berekening van de onder
linge afstanden van de schaaldragers en van de lengte hiervan,
geteekend met behulp van een logarithmische harp (zie Leerboek
der Nomografie van J. C. G. Nottrot).
1 Met een grafiek achter in dit nummer.
349