voertuigen. Dien dag werd het geheele eiland van vijand gezui
verd, waarbij nog talrijke troepenafdeelingen (±1 brigade), ka
nonnen en pantserwagens, die niet naar het vasteland konden
ontkomen, in Duitsche handen vielen.
Den 17den was namelijk de Russische vloot naar het N. terug
getrokken en op 18 Oct. waren slechts 1 jager, een kanonneer
boot en 6 kleine vaartuigen met den afvoer van troepen belast,
doch deze werden door de Duitsche torpedobooten onder vuur
genomen.
Verovering van Dagoe. Bij de behandeling der gebeurtenissen
op 12 October hebben wij reeds gezien, hoe de batterij Toffri
was bestreden en door een kleinen landingstroep van een tor
pedoboot was genomen en onbruikbaar gemaakt. Deze afdeeling
scheepte zich daarna weer in.
Op 15 October landden wederom 300 matrozen op de Z.-punt
van Dagoe om een waarnemingspunt te bezetten, dat den Russen
inzicht had kunnen geven in de Duitsche maatregelen in Soëla
Sond en Kassar Wiek. De afdeeling vormde tevens een klein
bruggenhoofd en verkende de landingsmogelijkheden. Zij werd
evenwel spoedig aangevallen en moest vuursteun van de oorlogs
schepen inroepen. Het was dan ook niet mogelijk zich gedurende
den nacht te handhaven. Slechts 50 man bleven 's nachts in log
gers onder de kust om zich 's morgens weer aan land te begeven
voor den waarnemingsdienst. Dit herhaalde zich dagelijks tot 18
October, toen 's middags het 2e wielrijders-bataljon landde. Toen
ging de vijand terug.
Op 19 October 's morgens werd 27 R. I. met transportschepen
en torpedobooten overgezet's middags werd opgerukt. De eiland-
bezetting was evenwel grootendeels ingescheept naar het vastland.
Op 20 Octber had nog een gevecht plaats aan de O. kust tus-
schen een wielrijderscompagnie en 450 Russen, die na een uur
de wapens strekten. Het geheele eiland werd dien dag gezuiverd
totaal werden 750 gevangenen gemaakt. Twee kustbatterijen aan
de N. kust waren reeds vernield.
Slotopmerking. Reeds bij den aanvang werd er op gewezen, dat
de verovering der Oostzee-eilanden als een operatie moet worden
beschouwd tegenover zwakken vijandelijken weerstand. Wanneer
men echter de verdedigingsmiddelen beziet, met name het talrijke
kustgeschut en de bezetting met een divisie, dan springt zulks
nog niet zoo dadelijk in het oog. Daarom is het noodig de bijzon
dere aandacht te vestigen op het feit, dat de discipline in dien tijd
hopeloos zoek was (soldatenraden)en dat de vechtlust en het
moreel sedert de revolutie diep waren gezonken. Kenmerkend
is, dat nachtelijke actie op de vloot botweg geweigerd werd, en
dat de succesvolle verdediging van de batterij Zerel geheel on
tijdig werd opgegeven wegens muiterij. Tegenover zulk een vijand
962