Overwegingen van den D et. c dt. De Det. cdt. 1), door studie, kader- en troepenoefeningen en verkenningen in normale tijden o.m. grondig op de hoogte van de ter zake geldende beginselen, van den inhoud van defensierap porten over dit gebied, van terreingesteldheid enz. en in het bezit van een serie luchtfoto's van het betrokken kustgebied, overweegt het volgende 1. de toegewezen strook is zeer uitgestrekt 20 km), de beschikbare strijdmiddelen zijn daarentegen zeer beperkt. De voor landing gunstige kuststrooken a t/m e zijn voor den vijand van groote waarde en zijn practisch gesproken de eenige gedeelten, welke in aanmerking komen voor troepenlandingen van eenigen omvang. Daarbij treedt strook e bijzonder op den voor grond, vervolgens strook d en strook c. Landingen bij a en b zijn i.v.m. de voorliggende bank minder waarschijnlijk. Het overige kustgedeelte acht ik door de zeer moeilijke toegankelijkheid en (of) begaanbaarheid voor landing van troepen van eenig belang ten eenenmale ongeschikt en zelfs voor patrouilles uiterst ongun stig; de vijand zou er stellig in vastloopen. 2. Bij een „bewaking" van het toegewezen kustvak met zwakke afdeelingen en een in de hand houden van een krachtige centraal opgestelde reserve (de z.g". „indirecte verdediging"), geef ik het voordeel prijs den vijand gedurende de zeer kwetsbare moeilijke landing ernstig nadeel te berokkenen en hem wellicht het landen te beletten. De landing van het in den regel sterke eerste echelon zal dan stellig gelukken. Bij het aantrekken van de reserve (welke hoogstens ruim een bat. zou kunnen omvatten) voor het offen sieve optreden, zal deze waarschijnlijk tegenover een belangrijk sterkeren gelanden en reeds geordenden vijand komen te staan met geringe kans op succes. Het vermeesteren van het object door den vijand kort na de landing is dan te verwachten. 3. Is het object eenmaal door den vijand genomen, dan kan deze, gezien het voor ons zeer moeilijke aanvalsterrein (afgezien nog van de slechts matige offensieve kracht van mijn det.) moeilijk er weer uit worden geworpen; een „coup de main", beoogende de onbruikbaarmaking van het object Q, zou dan volledig gelukken. 4. Een opstelling aan de kust biedt het voordeel den vijand in een zeer kwetsbare periode (moeilijk in de hand houden van onder vuur zijnde debarkeerende troepen, geen gelegenheid voor den vijand om vuurkracht van aut. wapens en geschut te ontwik- 1). In vredestijd voor deze functie aangewezen. 967

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1934 | | pagina 37